Louise Löb
Geboren:
Sawah Loento,
Overleden:
Berkel-Enschot,
Bereikte de leeftijd van
32 jaar
Raadhuisstraat 26, Berkel-Enschot
“Kleren werden in rouw gescheurd
Scheuren in het verhalenkleed van kloosterlingen.”
Ik schrijf dit omdat ik een groot aantal jaren in Berkel-Enschot heb gewoond en goede contacten had met de abdijen. Maar ook omdat er weinig bekend is over kloosterlingen wier ouders uit het jodendom stamden.
In mijn bezit heb ik een boek over het Joods-katholieke gezin Löb. Ik maak dus steeds gebruik van de gegevens uit dit boek om dit samen te vatten voor deze herinnering. Het boek is in 2009 uitgegeven in eigen beheer van de abdijen van de Trappisten en Trappistinnen Berkel-Enschot.
De ouders Löb zijn beide Joods en hebben er voor gekozen voordat zij trouwden zich te laten inschrijven en dopen in de katholieke kerk. Ze kregen 8 kinderen; 4 jongens en 4 meisjes: Lien, geboren op 3 maart 1908, George, geboren 25 september 1909. Robert, geboren 15 oktober 1910. De tweeling Wies en Dorothea werden geboren op 22 oktober 1911. Ernst, werd geboren op 29 0ktober 1913. Hans, werd geboren op 11 oktober 1916. Paula werd geboren op23 december 1918.
Drie van de jongens kwamen via omwegen van verschillende keuzes in de abdij van Koninghoeve bij de Trappisten in Berkel-Enschot terecht. Drie meisjes kwamen bij de abdij Koningsoord bij de Trappistinnen terecht. Tevens was er in het gezin een meisje opgenomen uit een gezin waar vader Löb voogd van was, het was Marietje (Deedje) Netten.
Op 10 januari 1941 verordende de bezetter dat Joden wier ouders of grootouders volbloed Joden waren, volgens de omschrijving van de Neurenberger wetten, zich moesten melden. De ouders gaven daar zonder dralen gehoor aan en de kloosterlingen en ook Hans melden zich en gaf daarmee gehoor aan deze bepaling.
Paula vulde wel de formulieren in maar zonder invulling of haar ouders joden waren.
Op zondagmorgen 2 augustus 1942 rond half vier werd er de Abdij Koningsoord aangebeld, zij hadden een bevel bij zich om vier kloosterlingen te arresteren met name: Lien, Theodora, Wies en een Pools-Duitse arts Lisamaria Meirowsky , zij had sinds augustus 1940 haar toevlucht gezocht in Koningsoord.
Zr.Veronica ( Wies) had TBC en werd niet meegenomen vanwege besmettingsgevaar, bovendien was zij erg ziek.
De drie andere bovengenoemde zusters werden wel meegenomen en het busje vertrok naar Koningshoeve. Daar werden de drie broers Löb: Robert, George en Ernst uit het koorgebed gehaald en zonder pardon meegenomen. Lang bleven de abdijen in onzekerheid over het lot van hun medezusters en broeders. Later bleek dat zij via Den Bosch naar kamp Amersfoort waren gebracht.
Onder de groep van 245 katholieke Joden waren er een tiental kloosterlingen, onder wie behalve de broers en zussen Löb: de Karmelitessen Rosa en Edit Stein uit Echt en de Dominicanes Judith Mendes da Costa uit Voorschoten. Op 4 augustus ontmoeten deze religieuzen elkaar in Westerbork.
Ook Etty Hillesum bevond zich al enige tijd in kamp Westbork.
Op 7 augustus werden zij, zussen en broers Löb, zussen Stein en de duits-poolse Lisamarie Meirowskie op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau. Op 9 augustus kwamen zij daar aan.
De zussen Stein werden meteen doorgestuurd naar de gaskamers. Van de zussen en broers Löb werden George en Ernst op 17 augustus vergast. De andere leden van de familie Löb kwamen op 30 september om in de gaskamers evenals Lisamarie Meirowsky.
Zr.Veronica (Louise Löb) werd steeds opgeroepen om zich te melden in kamp Westerbork.(10 -4-1943). Na de oproep werkte zij een week in het kampziekenhuis, maar moest zich op 17 april melden in Amsterdam met een Entlassingsscchein. Rond 20 april was zij enkel dagen terug in de Abij Koningsoord, zij leek vrij te zijn.
Op 10 juli 1943 kreeg zij opnieuw een oproep om zich te melden in kamp Vught, maar zij gaf daaraan geen gehoor. In augustus nogmaals een oproep voor Westerbork, ze was te ziek dus reageerde zij niet maar dook onder bij andere zusters die TBC-patiënten verpleegden. Met oudjaar van 1943 stond zij weer bij hun eigen poort maar werd een maand later in burgerkleding naar het Sint Elisabethziekenhuis in Tilburg gebracht. Na een half jaar bleek er voor haar geen genezing meer mogelijk, zij werd teruggebracht naar de abdij waar zij op 1 augustus 1944 overleed.
Paula Löb trouwde in november 1938 met Harrie van Broekhoven. Bij het invullen van aanmeldingsformulieren voor het wel of niet jood zijn vulde zij nooit haar joodse afkomst in.Zij droeg ook geen Jodenster ondanks regelmatige waarschuwingen voor de gevolgen die dit voor haar kon hebben.
In januari 1941 was er een bekendmaking geweest voor alle joden die voor 1 januari 1941 gedoopt waren, vrijgesteld waren van deportatie.
Augustus 1942 werd Paula van haar bed gelicht en moest naar Den Bosch gebracht worden. De agenten die haar vader als onderwijzer kende wisten dat men haar naar een concentratiekamp zou sturen als zij haar mee namen. Dat gebeurde dus ook niet en kon onderduiken bij de familie van haar man.
Er kwam een foutief bericht in de krant te staan dat Paula waarschijnlijk verdronken was in het Wilhelminakanaal. Haar man Harrie bleef ook volhouden dat dit bericht juist moest zijn. In oktober lag er bij Harrie weer een oproep op de mat dat Paula zich moest melden. In maart 1943 nogmaals zo’n zelfde bericht.
Paula was ondergedoken tot november 1944 bij de familie Dederen in Nijmegen. Zij was daar nog woonachtig toen de geallieerden Nijmegen binnen trokken. Paula en Harrie hadden een zoon: Loek, geboren 03-05-1942.