Cornelia Maria Klein
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
16 jaar
Eerste Oosterparkstraat 68 huis, Amsterdam
Cornelia Maria, Corrie, Klein was een dochter van Duifje Klein (Duifje van Schaik-Klein) en Cornelis Marinus van Schaik.
Corrie werd geboren op 18 mei 1927 in Amsterdam.
In mei 1939 werd Corrie door de kinderrechter uit huis geplaatst. Daarna woonde ze in verschillende tehuizen. Op een van de inschrijfkaarten staat: “Advies: (pleeg)gezin met stevige leiding. Volkomen gezond.”
Vanuit Huize Dinah aan de Amstel 254 wordt Corrie gedeporteerd naar Westerbork, en vandaar naar Sobibor. Daar is ze op 21 mei 1943 vermoord. Ze was pas 16 jaar.
Bron: Stichting Herdenkingsstenen Amersfoort
Van Corries hele familie overleefde niemand; iedereen is vermoord:
Haar moeder Duifje Klein: in Auschwitz op 31 augustus 1942, 47 jaar oud.
Haar vader Cornelis van Schaik: in Sobibor op 21 mei 1943, 42 jaar.
Haar broer Maurits Kets de Vries in Sobibor op 16 april 1943, 20 jaar.
Haar zus Anna Henriëtte Kets de Vries in Sobibor op 16 april 1943, 19 jaar.
Haar zusje Agatha Hendrika Klein in Sobibor op 9 juli 1943, 13 jaar.
En haar broertje Johannes Matheus van Schaik in Sobibor op 21 mei 1943, 7 jaar.
De twee kinderen Kets de Vries woonden in de S.A. Rudelsheimstichting in Hilversum, een internaat voor verstandelijk gehandicapte Joodse kinderen. In 1943 zijn die kinderen en het personeel naar Sobibor getransporteerd.
Bron: Joods Monument
In 1941 verhuisde Cornelia van Amsterdam naar de Woestijgerweg 261-2 in Amersfoort waar ze werd verpleegd.
Op dit adres is een herdenkingssteentje voor haar geplaatst. In Amersfoort heten Stolpersteine 'Herdenkingstenen', deze zijn van zwart graniet. Op 4 mei worden bloemen gelegd bij alle steentjes in de stad.