Ernst Karl Marcus Salomon
Geboren:
München-Gladbach,
Overleden:
Midden-Europa,
Bereikte de leeftijd van
23 jaar
Boschdijkstraat 23, Den Bosch
Hij heeft een gezicht, er is een kleine foto van hem bewaard gebleven. Een afgeknipt stukje van wat een familiefoto kan zijn geweest. Er rust een hand op zijn schouder, misschien die van zijn broer. Er staan personen achter hem. Ernst Marcus is een jaar of tien, schat ik. Hij is geboren op 12 november 1920 in Mönchen Gladbach als zoon van textielhandelaar Karl Salomon en Eva van Praag, dochter van een koopman in antiquiteiten. Hij heeft een broer die drie jaar jonger is, Albert. Eva en Karl zijn in 1919 getrouwd te Heerlen, zij is 21, hij 43. Het huwelijk strandt in 1927. Ernst Marcus blijft bij zijn moeder, Albert bij zijn vader.
Eva van Praag komt uit een joods gezin van zes kinderen. Ze is geboren op 16 juni 1898 te Den Helder. Het gezin verhuist nogal eens. De familie woont voor langere of kortere tijd in Amsterdam, Sittard, Den Haag, Maastricht, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven voordat ze zich definitief in Sittard vestigt. Misschien heeft het beroep van vader, Meijer Marcus van Praag ermee vandoen en is hij een reizende opkoper. De aard en omvang van zijn handel is niet helemaal na te gaan, maar dat hij deel uit maakt van een internationaal netwerk is niet onwaarschijnlijk. Zijn broer Zadok is als kunsthandelaar gevestigd aan de Nieuwe Spiegelstraat te Amsterdam, ook nu nog de straat voor prijzige antiquairs.
Door de vele verhuizingen is ’s-Hertogenbosch geen onbekende stad voor de familie Van Praag. Wanneer Eva van Praag in 1940 naar de stad komt woont haar zus Sara er al. Ze is getrouwd met sigarenmaker Louis Voltijn. Eva verhuist naar Boschdijkstraat nummer 23 op 6 september 1940. Ze komt uit Den Helder, samen met haar zoon Ernst Marcus, haar twee dochters Elza en Regina, en hun vader, Antoon Karsten, een glazenwasser uit Den Helder. De verhuizing is noodgedwongen, want de Rijksvreemdelingendienst heeft twee dagen eerder verordend dat bepaalde groepen ‘vreemdelingen’, waaronder niet-Ariërs met de Duitse nationaliteit, de kuststrook moeten verlaten voor 9 september.
Vanwege de twee buitenechtelijke kinderen is Antoon Karsten een beetje buiten de familiegeschiedenis gebleven maar het is mede door zijn toedoen dat Eva van Praag en haar dochters de oorlog hebben overleefd. In Den Helder eind jaren dertig is het leven voor Eva en Antoon onwaarschijnlijk hard en onbarmhartig. Karstens vrouw wordt verpleegd in een psychiatrische inrichting in Castricum waar zij haar gehele lange leven zal doorbrengen. Drie van zijn vier zoons zijn ondergebracht in instituten voor verwaarloosde kinderen, de vierde woont bij Eva en Antoon en helpt vader in het glazenwassersbedrijf. Karstens verdient 14 à 15 gulden per week, en krijgt vier gulden bijstand. Het gemiddelde inkomen voor een arbeider ligt in die tijd ongeveer tien gulden hoger.
Karl Salomon, de vader van Ernst Marcus en Albert is in 1933 overleden. In 1939 komt Albert na veel omzwervingen als joodse vluchteling uit Keulen naar Nederland. Eva dient bij de autoriteiten een verzoek in waarin ze zegt haar zoon bij zich te willen hebben om voor hem te zorgen, maar dat wordt afgewezen nadat de politie van Den Helder de gezinssituatie in ogenschouw heeft genomen. Albert wordt ondergebracht in het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht Het Apeldoornse Bos. Hij wordt op 28 februari 1943 in Auschwitz vermoord. Zijn broer, Ernst Marcus, wordt op 29 augustus 1942 naar Westerbork gebracht, en twee dagen later naar Auschwitz gedeporteerd. Hij sterft op 31 maart 1944, ergens in midden Europa.
Op 15 april 1943 worden Eva van Praag en haar twee dochters opgepakt en naar Westerbork overgebracht. Op 16 mei mogen ze naar huis terugkeren. In de tussenliggende tijd bezoekt Aus der Fünten Westerbork en stelt de gemengd gehuwden met kinderen voor de keuze: sterilisatie of deportatie. Na de ingreep kan de jodenster worden afgedaan en zijn de vrijheidsbeperkende bepalingen voor joden niet meer van toepassing. De katholieke Antoon Karsten levert de nodige verklaring van ouderschap. Eva kiest voor het leven van haar dochters en zichzelf. Op 9 juli 1943 trekt ze in bij Karsten, die al een jaar in de Gervenstraat op nummerr 25 woont. Haar verdere toekomst is onzeker. In 1959 krijgt ze haar Nederlanderschap terug. Ze overlijdt op 25 oktober 1974. Haar kleinkinderen houden de herinnering aan hun omgekomen familieleden levend.