Sophia Serphos
Geboren:
Neuenhaus,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
52 jaar
Boschdijk 771, Eindhoven
Sophia was een bewoner van de Rijks Krankzinnigen Gesticht “De Grote Beek” in Eindhoven.
Op 13 maart 1944, zo tegen het avondeten, krijgt geneesheer-directeur Mooij van het Rijks Krankzinnigen Gesticht twee leden van de Duitse Sicherheitsdienst op bezoek. Ze komen vier joodse patiënten ophalen. Het gaat om patiënten die voor rekening van de gemeente Amsterdam verpleegd worden. In aanwezigheid van zijn stafleden, de doktoren Ruiter, Tiggelaar, De Regt en Flohil, wordt Mooij gesommeerd de vier joden over te dragen. Dokter Mooij antwoordt: “Ik heb geen joden, alleen maar patiënten”. De volgende ochtend, rond de klok van elf, komt de Sicherheitsdienst met groot vertoon van macht terug.
Het administratiegebouw wordt afgegrendeld en bezet door leden van de Sicherheitsdienst, aangevuld met leden van de burgerwacht.
De Sicherheitsdienst doorzoekt nu zelf de kaartenbakken en haalt er de met ‘J’ gemerkte kaarten uit. Daarop begeeft men zich naar de paviljoens en dwingt de personeelsleden door hen het pistool op de borst te zetten, de betreffende patiënten aan te wijzen. Vierentwintig joodse patiënten worden op die manier bijeen gedreven en naar het hoofdgebouw gebracht, waar ze gedwongen worden in een gereedstaande overvalwagen te stappen.
Sophia was één van hen.
In de eerste jaren wordt ze beschreven als een vriendelijke, kinderlijke vrouw, die functioneert op het niveau van een vijfjarig meisje. Ze speelt graag met poppen. Ze is aanhankelijk en volgzaam. Ze heeft de hele dag plezier en onder aanmoediging van andere patiënten, zingt en danst ze. Ze is gelukkig en tevreden met haar medepatiënten. Ze werkt op de naaikamer van het ziekenuis en heeft het naar haar zin. Soms wordt ze geplaagd door heimwee. Ze kijkt gelukkig bij iedereen die haar aanspreekt. En kan ontzettend veel plezier hebben om dingen, hoe klein ook van aard. De beschrijvingen veranderen van af de beginjaren dertig. Ze krijgt last van woedeuitbarstingen en verzorgt zich minder goed, ze moet vaak gecorrigeerd worden.
Ik denk dat Sophia een lieve vrouw was. Het einde van haar leven moet verschrikkelijk geweest zijn. Daarom herdenk ik haar.
bron: stichting 18 september, nationaal archief