Adele Wilhelmina Haas

naambordje: Maddy van Hemel, tekst: Emile Rijpert

Manufacturenhandelaar Izaak Haas en Elizabeth de Leeuw kregen in 1896 hun tweede dochter Adèle Wilhelmina. Sara was haar een jaar oudere zus. Jacob Richel Haas was hun derde kind. Hij zou de zaak van vader aan Terheijdenstraat in Breda met aanvankelijk de hulp van zijn zussen voortzetten. Adèle was er kantoorbediende. Het was een bloeiend bedrijf dat in die tijd al gebruik maakte van een automobiel om de buitenklanten te bedienen.

Bij het uitbreken van de oorlog werd het hele eerste deel van de straat door bommen in puin gelegd. Het gezin van broer Jacob Richel kon in de Speelhuislaan een tijdelijk onderkomen vinden. In afwachting van een gezamenlijke nieuwbouw aan de Nassausingel (binnensingel tegenover de Josephkerk) woonden de twee zussen in de Nieuwe Boschstraat.

Op 23 februari 1942 schrijft zus Sara een brief waarin ze verzoekt als enige kostwinner beschouwd te worden. Haar zus A.W. Haas, met wie ze samenwoont, heeft al negen jaar geen betrekking meer. Dit wegens gezondheidsredenen. Het grootste deel van de kosten voor levensonderhoud worden door Sara gedragen. 'Bovendien verloren wij door brand en instorting tijdens het bombardement op 12 mei 1940 ons huis en algehele inboedel. Het huis hetwelk wij daarna lieten bouwen en waarin mijn zuster een pension wilde beginnen is thans weliswaar bijna gereed, doch wij ontvingen inmiddels bericht dat de NGV dit huis heeft overgenomen.'

Adèle kon zich wat later dat jaar niet meer onttrekken aan de oproep van de bezetter en vertrok op 21 september 1942 uit Westerbork. Drie dagen later werd zij op 24 september in Auschwitz vermoord. Haar zus Sara overleed in 1943 in Breda op haar onderduikadres.