Erich Rosendahl
Geboren:
Odenkirchen,
Overleden:
Extern kommando Ebensee,
Bereikte de leeftijd van
24 jaar
Oostelijke Handelskade 12, Amsterdam
Erich Rosendahl was een zoon uit het tweede huwelijk van de in Gangelt geboren fabrikant in dameshoeden, huisknecht, huisschilder en koopman in textiel Max Rosendahl met de in Kichherten geboren Julia Stern. Erich werd geboren in Odenkirchen (tegenwoordig deel van Mönchen-Gladbach) in 1920. In 1923 verhuisde het gezin naar Gangelt, net over de Nederlandse grens bij het Limburgse Schinnen. Het gezin bestond uit van der Max, moeder Julia, zoon Erich en halfzussen en -broers Hilda en Meta en Helmut David die uit het eerste huwelijk van Max met Emma Kussel Rosendahl waren geboren. Emma stierf in 1917 in het kraambed.
De repressie onder het nationaalsocialistisch regime op dit Joodse gezin werd in de loop van de jaren dertig steeds sterker. Halfbroer Helmut, die in 1917 geboren werd, ondervond die het sterkst. De mogelijkheden van onderwijs werden hem ontnomen, en hij was de eerste van het gezin die in juni 1938 in Nederland arriveerde. Na de Kristallnacht in november 1938 volgden beide ouders met Erich. Zuster Meta bleef achter in Duitsland en zou in Auschwitz om het leven worden gebracht.
Het gezin kwam in eerste instantie in Hellevoetsluis terecht. Er begon een zwerftocht langs diverse locaties in Nederland, waarbij de familie in oktober 1940 in Hilversum terechtkwam en vanaf juli 1941 in Amsterdam op de Zwanenburgwal nummer 34. Helmut had inmiddels in Amsterdam gelegenheid gezien zijn beroep als schilder op te pakken, onder andere in een rusthuis voor oudere Joodse bewoners, en wist op die manier zelfs een Sperre (bewijs dat hij niet gedeporteerd mocht worden) te krijgen. Hij zou uiteindelijk de oorlog overleven, net als zijn vader. Tweede echtgenoot van vader, Julia, was inmiddels in juli 1939 overleden. Zij werd begraven op de Joodse begraafplaats te Diemen.
We konden het beroep van Erich helaas niet achterhalen. Hij was in Nederland zijn eigen weg gegaan en woonde vanaf 1938 op respectievelijk de Onbekende Gracht nummer 9 tweehoog, Zwanenburgwal nummer 34 eenhoog en vanaf december 1939 in het vluchtelingenkamp aan de Zeeburgerdijk. Via het nabije vluchtelingenkamp Lloyd Hotel aan de Oostelijke Handelskade komt Erich in juli 1940 in vluchtelingenkamp Westerbork terecht, dat dan nog niet door de SS, maar door de Nederlandse overheid beheerd wordt. Erich verblijft vele jaren in Westerbork. waar hij vanaf september 1942 door zijn halfbroer Helmut vergezeld wordt. Blijkbaar wisten de broers zich goed te handhaven, want pas in september 1944 worden ze gedeporteerd naar Theresienstadt en aansluitend naar Auschwitz. De foto van Erich op het herdenkingsbord hierboven is vermoedelijk in 1941 in Westerbork genomen.
Helmut wist zich als schilder van informatieborden te handhaven in Auschwitz en zou uiteindelijk, net als vader de oorlog zou overleven. Erichs halfzuster Hilde, die eveneens naar Amsterdam was gekomen en modiste was, werd net als haar uit Iserlohn afkomstige echtgenoot Iwan Illfelder (marktkoopman in dassen op Uilenburg) door de nationaalsocialisten vermoord. Erich werdnnaar Ebensee verplaatst, waar hij tewerkgesteld werd bij het bouwen van een ondergrondse fabriek voor I.G. Farben. Het werk - sjouwen van stenen - was te zwaar voor hem en hij overleed uiteindelijk in februari 1945.
Wij zullen hem niet vergeten.