Gerson Blumenstock
Geboren:
Berlijn,
Overleden:
Midden-Europa,
Bereikte de leeftijd van
39 jaar
Beroep: Vulcaniseur
Blazoenstraat 5, Tilburg
Gerson Blumenstock en Mirel Krieger trouwden op 30 mei 1930 in Berlijn, de geboorteplaats van Gerson. Mirel Krieger werd volgens het Rotterdamse verblijfsregister geboren in ‘Wisnitz’, waarmee misschien het Poolse Wisnicze wordt bedoeld. In de tweede helft van het jaar 1933 kwam het jonge paar vanuit Berlijn naar Nederland vanwege de steeds slechter wordende levensomstandigheden voor Joodse mensen in Duitsland. Een vast adres vinden bleek niet eenvoudig, want in de loop van die eerste tijd woonden ze op vier verschillende Rotterdamse adressen. Wellicht kwamen ze met hoop voor de toekomst aan, want een jaar na aankomst in Nederland werd, op 8 september 1934, hun dochter Gerda geboren. De familie woonde toen in een portiekwoning aan de Schieweg 159-b in de Rotterdamse wijk Bergpolder. Alle drie de leden van het gezin stonden geregistreerd als ‘vreemdeling’, ‘zonder nationaliteit’. Als godsdienst stond ‘Isr.’ achter hun namen genoteerd: Israëlitisch ofwel Joods.
Onduidelijk is in welk jaar het gezin van Rotterdam naar Tilburg verhuisde. In ieder geval wonen ze in 1942 op de Blazoenstraat 5 in de Tilburgse wijk Broekhoven. Gerson werkt als vulkaniseur, een beroep waarbij hij banden repareerde. Vulkaniseren is een proces dat werd uitgevonden in de USA: bij schade aan banden van bijvoorbeeld landbouwwerktuigen of andere voertuigen kon men de gaten en scheuren opvullen met rubber en vervolgens op hoge temperatuur vlakmaken en afpleisteren. Erg gezond en goed betaald werk was het vermoedelijk niet, maar Gerson verdiende er zijn salaris mee en kon zijn gezin onderhouden.
Waar ze Duitsland voor hadden verlaten, haalde hen in Nederland alsnog in toen Hitler op 10 mei 1940 Nederland aanviel. Met een klein meisje, een baan, een dak boven hun hoofd en al een vlucht achter de rug was het voor het gezin Blumenstock vast een vreselijk dilemma. Zouden ze veilig zijn in Nederland? De bedreiging van wie Joods was, werd spoedig merkbaar. Misschien bezocht het gezin de Joodse synagoge aan de Willem-II straat, die destijds de Comediestraat heette. Het interieur van de synagoge werd al gauw door de nazi’s vernield.
Misschien kende de kleine Gerda de scholen van de Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart, op de hoek van de Broekhovenseweg en de Ringbaan Zuid. De zusters begonnen daar in 1924 met lager onderwijs. Ook hadden ze er een kleuterschool (H. Theresia) en de lagere meisjesschool St. Anna. Maar waarschijnlijk kon een Joods meisje niet terecht op een katholieke school en bezocht Gerda een openbare school. In 1941 werd het Joodse kinderen verboden naar school te gaan. Dat betekende dat Gerda geen onderwijs meer kon volgen en thuis moest blijven.
In de tweede helft van het jaar 1942 werden Gerson, Mirel en Gerda opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Op 31 augustus van dat jaar volgde transport naar Auschwitz. Onderweg, bij Cosel, werd Gerson van vrouw en dochter gescheiden en overgebracht naar kamp Niederkirch, waar hij als dwangarbeider werd ingezet. Hij moest daar het zwaarst denkbare werk verrichten, tegen een minimum aan voeding, rust en verzorging. Deze slavenarbeid was ook een soort moord, maar dan op termijn, want de meeste dwangarbeiders overleden door uitputting en ondervoeding. De formule die de door Himmler benoemde SS-Oberführer Albrecht Schmelt was bedacht, was om de dwangarbeiders te laten werken in bijvoorbeeld de wapenindustrie. Treinen die op weg waren naar Auschwitz stopten in Cosel, een plaatsje op 80 kilometer voor deze eindbestemming. Daar werden mannen uit de treinen geselecteerd. Volgens getuigenissen van de weinigen die het na konden vertellen, werden de mannen op gewelddadige wijze van hun gezinnen gescheiden. Deze mannen werden ‘Schmeltjoden’ genoemd. Gerson Blumenstock trof dit lot. Waar hij precies te werk werd gesteld, is niet bekend, maar in Cosel moest hij voorgoed afscheid nemen van Mirel en Gerda, en zij van hem.
Moeder en dochter reisden door naar Auschwitz, waar zij vermoedelijk meteen na aankomst werden vergast. Als datum van overlijden van beiden staat 3 september 1942 genoteerd. Mirel was toen 37 jaar oud, Gerda zou vijf dagen later 8 jaar zijn geworden. Op welke datum en onder welke omstandigheden Gerson Blumenstock precies stierf, weet niemand. Als uiterlijke datum van overlijden is gekozen voor 31 maart 1944.
We gedenken hen door hun namen weer thuis te brengen en hun levensverhaal te vertellen.