Louis Frank
Geboren:
Amsterdam,
Overleden:
Midden-Europa,
Bereikte de leeftijd van
20 jaar
Beroep: Regenjassenplakker
Swammerdamstraat 33 II, Amsterdam
Als in 1940 de oorlog uitbreekt is Louis 16 jaar en woont hij samen met zijn moeder Reintje Ephraim-Wertheim, zijn stiefvader Mozes Efraïm en zijn twee jaar oudere broer Hartog in de Swammerdamstraat.
Op 27 december 1940 gaat hij als regenjassenplakker werken bij Hollandia Kattenburg in Amsterdam Noord. De fabriek is aan het begin van de eeuw opgericht door Jacques Kattenburg. Jacques wilde weten hoe het toch kon dat Engelse regenjassen geen water doorlieten en ging op onderzoek in Engeland. Hij komt er achter dat de Engelsen een streepje rubber over de naden plakken. Terug in Nederland past hij dat toe op de regenjassen die in Amsterdam worden gemaakt. Louis is één van de medewerkers die wordt aangesteld als regenjassenplakker. De regenjassen worden razend populair. De fabriek breidt uit met dependances in het hele land, de fabrieken zijn hypermoderne gebouwen met liften, telefoon, verwarming en grote ramen. De fabriek floreert, totdat de oorlog uitbreekt. Het bedrijf moet produceren voor de Wehrmacht. De Joodse arbeiders zijn nuttig voor de industrie en krijgen uitstel van deportatie. Tot die 11e november 1942 om half vijf ’s middags ……. De Sicherheitspolizei onder leiding van Willy Lages zet alle uitgangen van de fabriek af en verzamelt alle Joodse werknemers. ’s Avonds worden 359 Joodse werknemers afgevoerd, eerst naar de Hollandsche Schouwburg, dan naar Westerbork en vervolgens naar Auschwitz. Zo ook Louis.
Louis staat op de lijst werknemers van Hollandia Kattenburg die bij de razzia van 11 november 1942 werden opgepakt. Op zijn kaart van de Joodsche Raad staat vermeld dat hij op 12 november aankomt in Kamp Westerbork. De datum waarop hij vervolgens naar Auschwitz staat ook op die kaart: 30 november 1942. Hij komt echter niet in Auschwitz aan. In die periode komt het regelmatig voor dat zo’n 80 kilometer vóór Auschwitz jonge mannen bij Cosel uit de trein worden gehaald en naar een van de werkkampen in Selezië (nu Polen) of Sudenten Deutschland (nu Tsjechië) worden gebracht. Daar worden zij gedwongen te werken aan wegen, spoorlijnen of in de oorlogsindustrie. De omstandigheden waaronder deze mannen moeten werken zijn onmenselijk, velen zijn bezweken door honger, ziekte en uitputting. Waarschijnlijk is dat ook met Louis gebeurd. Hij is anderhalf jaar later in maart 1944 omgekomen in Midden Europa. Welke dag precies is niet bekend, want zelfs dat respect was er niet. Waarschijnlijk is hij samen met andere overledenen in een massagraf begraven. Door de administratie wordt zijn sterfdatum vastgesteld op de laatste dag van die maand, 31 maart 1944. Hij is dan 20 jaar oud.
Bronnen: joodsmonument.nl; oorlogsbronnen.nl; collectie.kampwesterbork.nl; wikipedia.nl; herdenking.hollandiakattenburg.nl
Foto: de razzia Hollandia Kattenburg op 11 november 1942; oorlogsbronnen.nl