Paulina Gompers-Hollander
Geboren:
Antwerpen,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
37 jaar
Anna Paulownastraat 6, Tilburg
Paulina Gompers-Hollander woonde met haar man aan de Anna Palownastraat 6 in Tilburg. Joseph Gompers moest zich op 31 juli 1942 melden in het Joodse werkkamp Twillaar in Nijverdal, waar hij als dwangarbeider tewerkgesteld werd. Daarna is hij via Kamp Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij vermoedelijk op 22 oktober is aangekomen. Zijn overlijden staat genoteerd op 28 februari 1943.
Paulina heeft zichzelf en haar kinderen Anna en Maria Anna Catharina vrijwillig gemeld bij Kamp Vught. Een neef over de lotgevallen van de familie Gompers-Hollander heeft onder meer het volgende geschreven: “Door het gemis van vader en echtgenoot in het gebroken gezin Gompers-Hollander en de gedachte aan gezinshereniging, besloot Paulina ten einde raad zich vrijwillig te melden bij Kamp Vught. Met een paar koffers vertrokken zij op 9 april 1943 met de trein naar Vught. Ze lieten alle verdere bezittingen in hun woning achter”.
Bij het vertrek van Paulina en haar gezin naar Kamp Vught was haar man al overleden. Op 5 juni werd in Kamp Vught bekend gemaakt dat alle kinderen het kamp zouden moeten verlaten, samen met de moeders. Paulina Hollander en haar beide dochters Anna en Maria Anna Catharina zijn op 6 juni 1943 met het zogenaamde kindertransport naar Kamp Westerbork overgebracht, waar zij de nacht in barak 58 hebben doorgebracht en op 7 juni zijn zij gedeporteerd naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 11 juni 1943 werden zij onmiddellijk in de gaskamers daar vermoord.