Betje Hes-Parfumeur
Geboren:
Culemborg,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
44 jaar
Heuvel 79, Oss
Betje Parfumeur trouwde voorjaar 1928 in Oss met Hugo Daniel Hes. Zij kregen zeven kinderen: Mia Jetta Sieny, Josina Jetta Antje, Hijman Leman, Henriette Dina Truus, Dia Helene, Jehudah Jacob Louis en Samuël Aaron Salmij. Toen zij met haar hele gezin werd vermoord waren de kinderen 12, 11, 10, 8, 6, 4, 2 jaar. Hugo , winkelier, was lid van de Joodse Raad. Het gezin kreeg uitstel van deportatie door de verklaring van huisarts Danby, dat dochter Mia roodvonk zou hebben. Zij mochten hun woning niet verlaten en werden verzorgd door de ‘ziekenverzorgsters’ van rusthuis Elsbach.
‘Letterlijk gevangen in eigen huis was de familie Hugo Hes. Het is nauwelijks voorstelbaar dat dit gezin met zoveel kinderen zolang in een nagenoeg volledig isolement heeft geleefd. Er waren slechts wat schaarse ontmoetingen met de vier jonge vrouwen, die af en toe de familie Hes bezochten. Er was een kleine kring van winkeliers waar men terecht kon voor levensmiddelen, al dan niet met bonnen, voor kolen zeep e.d. Vooral mevrouw Hes was niet opgewassen tegen dit isolement en de vele problemen. Zij verviel in een lethargie en defaitisme, gepaard gaande met een religieus geïnspireerde noodlot-filosofie. Deze gemoedstoestand maakte alles nog veel gecompliceerder dan het al was. Een aanbod om enkele van de kinderen onder te brengen op een veiliger plaats door hen een onderduikadres te bezorgen werd door Hugo Hes en zijn vrouw afgewezen. Zij waren bang dat hun kinderen, als zij langere tijd door anderen werden verzorgd en opgevoed, zouden vervreemden van het jodendom en verloren zouden gaan. Hierdoor hebben zij geen andere beslissing kunnen nemen.'
Op 4 augustus werd het gezin opgehaald door Jodenjagers. Een kind was getuige. ‘Ik weet nog goed dat ik elf, twaalf jaar oud, bij de Heuvel een opstootje zag. Voorbijgangers stonden stil en keken naar wat er gebeurde bij het huis op nummer 79. Uit een winkel met een portiek waar in het midden een deur zat, kwamen kinderen naar buiten. Een voor een, braaf en gelaten liepen ze achter elkaar. De moeder met een kindje op de arm sloot de rij. Zij liep huilend helemaal achteraan.’ Op 3 september vertrokken zij uit Westerbork met de laatste trein naar Auschwitz.
Waarom ik Betje Parfumeur herdenk. Ik ben bestuurslid van een kleine stichting voor ontwikkelingshulp. Onze stichter, medewinkelier in Oss, kocht in november 1942 Heuvel 79 van Hugo Hes. Het gezin bleef erin wonen. Na de oorlog is het met hulp van de Raad voor Rechtsherstel overgedragen aan de gezamenlijke erfgenamen van de oude verkoper Hugo Hes. Informatie hierover bracht de oorlogsrealiteit van dit gezin en hun lot voor mij heel dichtbij. Bovendien woonden mijn grootouders in de oorlog in Vught, tegenover het station. Vele Joodse lotgenoten, mogelijk ook Betje en haar gezin, zijn langs mijn latere geboortehuis weggevoerd naar Kamp Vught. Met de jaren raken deze feiten mij dit steeds dieper.
Betje Hes-Parfumeur kon het niet aan. Als wellicht extra kwetsbare persoon voelde zij het onheil al vroeg naderen. Ik heb dat in de kleuren van haar naambordje proberen uit te drukken. Maar haar naam is in wit, bovenop de onheilstinten. Zonder streepje: zij draagt zowel haar geboortenaam, als die van haar man. Zij was weerloos. En juist zó wil ik haar eren, als de zeer religieuze vrouw-die-het-niet-aankon. Nog maar 44 jaar.
Rachel weent om haar kinderen, en om zichzelf…
http://struikelstenenoss.blogspot.com/p/boek-opdat-zij-niet-vergeten-worden.html