Meijer Groen
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
37 jaar
Beroep: Koopman
Blasiusstraat 97 II, Amsterdam
Meijer Groen is de zoon van Betje Brilleman en Jacob Groen, die koopman is. Hij is nog maar vijf jaar oud als zijn vader overlijdt, zijn broertje Hartog is dan twee. Zijn moeder hertrouwt met Samuel van Praag, ook koopman, en Meijer krijgt zes halfbroers en zussen. Drie kinderen overlijden jong: Israel overlijdt in 1914 als hij drie jaar oud is, Hartog overlijdt in 1920 als hij 14 jaar is, in hetzelfde jaar Louis, net drie jaar geworden. Meijer trouwt met Rachel Abram en zij krijgen twee zoontjes, Jacob en Karel.
Meijer was een van de vele Joodse mannen en vrouwen die met straathandel het hoofd boven water wilde houden. Meijer komt uit een familie met ervaring op de markt. Zijn stiefvader Samuel heeft een marktvergunning, waar Meijer gebruik van maakt. In de jaren 30 is er de economische crisis en zien veel werklozen de straathandel als een kans om een klein beetje te verdienen. Er zijn veel marktventers en de inkomsten zijn karig, de potentiële klanten zijn immers ook arm. Meijer heeft een kraam op het Waterlooplein van maandag tot en met vrijdag met ‘ongeregeld’, wat zoveel wil zeggen als ‘alles wat maar te verkopen valt en wat geld opbrengt’.
Na 1940 verandert er veel voor de marktkoopmannen. Openbare markten en winkels van niet-Joden worden voor Joden verboden. Joodse marktlui mogen alleen nog op de Joodse markten staat en Joodse mensen alleen nog op de Joodse markten kopen. In Amsterdam worden vier plaatsen aangewezen voor Joden: de Gaaspstraat en het Minervaplein in Zuid, de Joubertstraat in Oost en het Waterlooplein in het Centrum. Voor de Duitsers een bijkomend voordeel: het zijn plekken waar Joden samenkomen en waar ze gemakkelijk op te pakken zijn.
In juli 1942 werden zo’n 4000 Joden opgeroepen zich te melden voor ‘werkverruiming onder politietoezicht’. Soms kregen alleen kinderen de oproep. Dit wekte bij veel mensen argwaan, waardoor ze aan de oproep geen gehoor gaven. Tijdens de daarop volgende razzia op 14 juli werden er ongeveer 700 Joden willekeurig opgepakt. Er bestaat de kans dat Meijer, Rachel en de kinderen daarbij zijn.
Wie hun naam hoorde, wist wat hij moest doen. Ze pakten hun spullen in dezelfde koffer, rugzak of plunjezak die ze op hun reis naar kamp Westerbork hadden meegenomen. Vervolgens begaven ze zich naar de Boulevard des Misères, de hoofdweg van het kamp waarlangs de sporen waren aangelegd, waar een lange trein stond te wachten. Voor degenen die moesten vertrekken, was een verstikkende spanning tot een treurig einde gekomen. Voor de families die uit elkaar werden getrokken, volgde een onzeker afscheid. (kampwesterbork.nl)
Meijer (37), Rachel (30), Jacob (9) en Karel (7) zijn tot 24 juli 1942 in Kamp Westerbork. Op die vrijdag worden zij samen met nog 994 mensen op de trein naar Auschwitz gezet. Bij aankomst op zondag 26 juli 1942 in Auschwitz worden Rachel, Jacob en Karel vermoord. Twee maanden later op 30 september 1942 komt Meijer om het leven.
Bronnen: joodsmonument.nl; joodsamsterdam.nl; oorlogsbronnen.nl; kampwesterbork.nl. Foto: Waterlooplein 1942, beeldbank stadsarchief Amsterdam