Roza Cohen

Greet van Toorenburg

Roza is in Groningen geboren en kwam uit een gezin met vier kinderen: Helena, Hendrika, Roza en Herman. Ze is een dochter van Adolf Cohen en Flora Breslauwer. Toen ze twee jaar oud was overleed haar moeder. Haar vader trouwde opnieuw en kreeg nog vijf kinderen. In maart 1940 verhuisde Roza naar Dordrecht. Eerst woonde ze in de Cornelis van Beverenstraat, later verhuisde ze naar de Singel nummer 222. Roza was verkoopster van beroep. Over haar leven is verder weinig bekend. 

In 1942 is Roza naar Sobibor vervoerd waar ze in 1943 gestorven is. Ook haar zus Hendrika is daar vermoord. Haar vader werd in concentratiekamp Auschwitz vermoord op 19 november 1942, zo ook zus Helena. Herman, haar broer heeft als enige van de hele familie de oorlog overleefd. Hij overleed op de leeftijd van 89 jaar. 

Sobibor was tijdens de Tweede Wereldoorlog onder het gezag van nazi Duitsland een vernietigingskamp. Het bestond van 1942 tot 1943 en er werden tenminste 34.295 Nederlandse Joden vermoord. Een kamp grauw, grijs, vies, verschrikkelijk en onvoorstelbaar. Alleen kleur kan in je verbeelding een andere wereld maken. Op de Singel 300 ligt een Stolperstein voor Roza. In Dordrecht is Roza ongekend gebleven.