Aranka Salz-Pollak
Geboren:
Steyr,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
47 jaar
Emmastraat 19, Tilburg
Aranka Pollak wordt in 1895 geboren in het dan nog machtige Oostenrijkse keizerrijk. Volgens de cartotheek van de Joodsche Raad is haar geboorteplaats Stryj. In die plaats is ten tijde van Aranka’s geboorte pakweg een derde van alle inwoners joods, onder wie Aranka, wier naam in het Hongaars ‘goud’ betekent. In 1950 wordt echter in Tilburg haar overlijdensakte opgemaakt, met daarin als Aranka’s geboorteplaats het stadje Steyr in Opper-Oostenrijk. Als dat zou kloppen, is ze geboren in een plaats waar tien jaar later Adolf Hitler korte tijd de Realschule zou bezoeken maar wegens gebrek aan resultaat daar al snel door zijn moeder vanaf gehaald werd. Het lijkt echter aannemelijk dat de Joodsche Raad op dit punt meer betrouwbaar is dan de Tilburgse bevolkingsadministratie.
Laten we aannemen dat Aranka inderdaad in Stryj geboren is. Die plaats ligt tegenwoordig in Oekraïne. In 1895 behoort het stadje echter nog tot het grote Oostenrijkse keizerrijk. Na een korte Russische bezetting na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, die er bloedige sporen achterlaat, nemen achtereenvolgens de Polen (na het einde van de Eerste Wereldoorlog) en wederom de Russen (bij het begin van de Tweede Wereldoorlog) de plaats in bezit. In 1941 neemt de Duitse Wehrmacht de stad in tijdens haar offensief tegen de Sovjet-Unie en moordt de joodse bevolking uit. Dan is Aranka al geruime tijd in Nederland, sinds 1939, waar ze eerst in Den Haag woont, met haar echtgenoot Naftali Salz, die zich al in 1935 in Nederland als vluchteling gemeld heeft bij de Vreemdelingendienst. Wanneer alle joodse inwoners de kuststreek moeten verlaten na de bezetting van Nederland door Duitse troepen, komt het kinderloze echtpaar in oktober 1940 in Tilburg terecht. Eerst wonen ze op Galjoenstraat 102, dan aan de Ringbaan-Oost 125 en uiteindelijk op Emmastraat 19.
Op 2 april 1943 wordt Aranka in de Telefoonstraat gearresteerd door de uit Rotterdam afkomstige politieagent Hendrik van IJserloo. Hij betrapt Aranka in de viswinkel van De Bont om kwart over tien ‘s morgens. Dat is op een ‘voor joden verboden’ tijdstip voor winkelbezoek. Ook heeft Aranka geen gele ster op haar kleren, het door de Duitsers verplicht gestelde joodse merkteken. Ze wordt samen met Naftali op transport gezet naar Vught, doorgestuurd naar Westerbork en komt dan op 11 mei 1943 in Sobibor aan, niet zo heel ver van de plek waar ze een kleine halve eeuw eerder geboren werd. Daar aangekomen, wordt ze na twee dagen vergast, net als haar man.
Hoe cynisch: daags daarvoor heeft de agent die haar gearresteerd heeft, van zijn Tilburgse NSB-kameraden vanwege zijn 25-jarig ambtsjubileum als agent Hitlers ‘Mijn Kamp’ cadeau gekregen, waarin Hitler al in 1924 de uitroeiing van de joodse bevolking tot zijn openlijke doel had gesteld.