Horst Eichenwald
Geboren:
Lippstadt,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
10 jaar
Waterhoefstraat 33, Tilburg
Horst Eichenwald moest als klein zesjarig jongetje al afscheid nemen van zijn ouders en broertje in Duitsland om naar Nederland te gaan. Met de gedachte dat hij daar veilig zou zijn en dat ze elkaar zouden weerzien als de oorlog over zou zijn. Eerst kwam hij in het weeshuis in Amsterdam terecht en vervolgens in diverse joodse gezinnen in onder ander Eindhoven en uiteindelijk bij het pleeggezin Mozes in Tilburg.
Probeer je maar eens in te leven wat dat betekent voor zo’n klein manneke. Alleen reizen met de trein vanuit Duitsland naar Amsterdam. Bovendien mocht hij niet praten over zijn ouders en broertje in Duitsland. Dat maakte hem verdrietig en boos. Dan wordt Horst in het Joodse gezin Mozes in Tilburg als pleegzoon opgenomen. Horst hunkert naar liefde en genegenheid na wat hem tot dan toe was overkomen. In het gezin Mozes wordt hij ‘het nieuwe broertje’ van Martha en Roosje, de twee dochters van het echtpaar Mozes. Voor de veiligheid krijgt hij de naam Hans. Horst wil graag zijn eigen naam terug. En dat doen ze dan gelukkig ook.
Op zijn verjaardag krijgt hij een hondje. Die noemt hij Kees. In april 1943 moet het gezin Mozes alles achterlaten en worden ze naar Kamp Vught vervoerd. Hond Kees neemt Horst verstopt in een tas mee. In het kamp bouwt hij een vriendschap op met Simon die hij vanuit het weeshuis in Amsterdam nog kent. In juni 1943 worden alle kinderen onder de zestien jaar naar Sobibor getransporteerd. Horst, Roosje en moeder Mozes gaan zonder vader en Martha. Hij verliest hen uit het oog en reist alleen met andere kinderen. Onderweg sterft zijn vriendje Simon aan uitputting en door de erbarmelijke omstandigheden. Eenmaal in Sobibor moet Horst samen met de anderen direct naar 'de douches'. Arme kleine Horst.
Ik heb deze informatie van Horst uit Het aangrijpende boek: Ik geloof dat hij Hans heette van Leo Feijten.