Abraham Jacobs

groep Astrid

Abraham was de tweede zoon van Meijer Jacobs en Leentje Kokernoot. Het gezin woonde op de Ruyschstraat 20-I. 

Het leven van Abraham leek vol beloften. Zijn vader was fruitbewerker en had een marktvergunning. Hij zorgde waarschijnlijk goed voor zijn gezin. Abraham pakte werk aan als magazijnbediende of slagersbediende. In 1935 hoefde hij wegens broederdienst niet actief de dienstplicht te vervullen. Evalina (Lientje) Bartels uit de Watergraafsmeer wilde met Abraham wel verkering en zij traden in het huwelijk in 1939. Het echtpaar verhuisde naar de Oosterparkbuurt. In de zomer van 1940 werd de kleine Leni geboren, maar de oorlog was voelbaar en de toekomst van hun dochtertje en henzelf ongewis. 

Begin mei 1942, vlak voordat Leni, Lientje en Abraham huis en haard moesten verlaten, werd de Jodenster ingevoerd voor personen en woningen. Zou Lientje, naaister van beroep, ook op de kleding van de tweejarige Leni een Jodenster hebben genaaid? Het gezin verbleef tot 2 juli 1942 in Kamp Vught waarna ze naar Westerbork zijn getransporteerd. Ze hebben in verschillende barakken gezeten: 43, 59 en als laatste 55.

Abraham is op 16 juni 1943 in Sobibor vermoord. Mogelijk is deze datum een administratieve verschrijving en is hij samen met Lientje en Leni op 13 juli 1943 gedeporteerd en bij aankomst in Sobibor vermoord. Zijn ouders zijn op 17 september 1943 in Auschwitz om het leven gebracht. Ook zijn broers Michel (1919) en Alexander (1917) zijn vermoord, in mei 1945 in Bergen-Belsen.

Abrahams oudste broer, Mozes Alexander, die was geboren op oudejaarsdag 1913, zal als enige van het gezin de Tweede Wereldoorlog overleven. Hij wordt in 1945 uit Westerbork bevrijd. Hij keert in juni van dat jaar naar Amsterdam terug, nadat hij Jodenjager Hintink heeft herkend en tegen hem heeft getuigd. Mozes Alexander trouwt in 1946 met Jeannette Frank; zij vertrekken in 1949 naar Aruba. 

Bronnen:

Militieregister; www.oorlogsbronnen.nl; https://bevrijdingsportretten.nl/portret/mozes-jacobs-jacob-barend/