Joseph van der Rhoer

Corrie Volker

Joseph van der Rhoer wordt op 29 januari 1923 geboren in Roermond. Hij is de oudste zoon van Max van der Rhoer (1898) en Mina Bouman (1892). Zijn roepnaam is Jonny. Kort na zijn geboorte verhuist het gezin naar Arnhem waar in 1927 zijn broertje Salomon wordt geboren. Na de plotselinge dood van Salomon in 1930 wordt in 1931 zijn broer Bernhard Salomon geboren. De vader van Joseph heeft in Arnhem een groothandel in herenkleding en later een zaak aan de Grote Markt. In 1936 verhuist Joseph met zijn ouders en broertje naar Breda waar ze gaan wonen aan de Teteringenstraat 27a. Joseph gaat in Breda werken als fotograafbediende.

Als in 1940 de oorlog uitbreekt is hij 17 jaar. Al snel worden allerlei anti-joodse maatregelen van kracht. Hij moet gezien hebben hoe winkels worden beklad met anti-joodse leuzen. Zijn vader speelt een belangrijke rol in de joodse gemeenschap van Breda en wordt in 1941 lid van de Joodse Raad van Breda. Daardoor blijven zij in 1942 nog gevrijwaard van deportatie. Op 24 december 1942 ontvangt de familie van der Rhoer een zogenaamde Anweisung. Deze Anweisung van de Zentralstelle fūr Judische Auswanderung houdt in dat zij uiterlijk 30 januari 1943 de woning aan de Teteringenstraat moeten hebben verlaten met medeneming van de meubels. De gemeentelijke Woningdienst van Amsterdam draagt zorg voor de toewijzing van een nieuwe woning aan de Transvaalstraat 124 II in Amsterdam. De reden van deze Anweisung heeft waarschijnlijk te maken met een functie van zijn vader bij de Joodse Raad in Amsterdam. Wellicht hoopte hij dat deze functie het gezin bescherming kon bieden.

Joseph is de eerste van het gezin die naar Westerbork wordt gebracht. Zijn naam staat op de lijst van het veertiende transport van Westerbork naar Sobibor op 1 juni 1943. Van de 3.006 mensen die op die dag uit Westerbork vertrokken heeft niemand de oorlog overleefd. Joseph stierf meteen na aankomst in Sobibor. Hij was toen 20 jaar.