Dientje Gobets-Romijn

Geertruida Van der Velde

Dientje Gobets-Romijn (Amsterdam, 1897) was de zesde telg uit een gezin met acht kinderen. Eerst heeft het gezin in Leeuwarden gewoond en daarna in Amsterdam. Haar moeder werd in 1907 opgenomen in een krankzinnigengesticht. De kinderen uit het gezin werden elders ondergebracht. Ze verbleven ook regelmatig in armengestichten in Amsterdam. Hun moeder overleed uiteindelijk in 1911. Dientje woonde met haar zus Grietje samen in Denekamp bij de familie Salomons-Kleffmann van februari 1909 tot mei 1909. Daarna heeft Dientje bij de familie Bos-Noach gewoond in Oldenzaal. Haar broers Abraham en David hebben hier ook gewoond. Haar zus Grietje was dienstbode bij Nathan Zwartz in Oldenzaal.

Dientje is in november 1909 naar Amsterdam vertrokken. In 1917 trouwde ze met Jacob Gobets. Hij was kleermaker of kostuummaker van beroep. Na hun huwelijk woonden ze in Den Helder. Later zijn ze naar de Veeteeltstraat nummer 104a verhuisd in Amsterdam Betondorp. Samen kregen ze twee kinderen.

Dientje en haar man kwamen op 2 april 1943 aan in Kamp Vught en op 2 juli in kamp Westerbork, barak 55. Deze barak werd door de grote toestroom in 1943 voor zowel als slaapbarak als werkbarak gebruikt en was een opslagplaats voor radio's. Ze werden op 6 juli 1943 op transport gesteld naar het vernietigingskamp Sobibor, waar ze kort na aankomst zijn omgebracht. Dientje bereikte de leeftijd van 46 jaar oud. Hun zoon John kwam op 4 juni 1942 in kamp Amersfoort. Hij is op 27 juni 1942 naar Kamp Mauthausen gestuurd. Hij  is op 14 oktober 1942, 18 jaar oud overleden. Hun zoon Abraham heeft de oorlog overleefd. 

Ik herdenk Dientje omdat wat haar zoveel Joodse mensen is overkomen tijdens de Tweede Wereldoorlog is overkomen, mij diep raakt. Op het gedenkplaatje heb ik voor vier bloemetjes gekozen, een voor Dientje, een voor haar man Jacob en twee groene voor haar zonen. 

Bronnen: www.joodsmonument.nl, wikipedia.org