Louis Haas
Geboren:
Strijen,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
87 jaar
Teteringenstraat 8, Breda
Louis Haas wordt op 15 februari 1856 geboren in Strijen. In dit Zuid-Hollandse dorp was in de 19e eeuw een kleine Joodse gemeenschap. Er was een synagoge en een Joodse school. Hij trouwt op zijn 26ste verjaardag met Sophia Jacobson. In 1884 wordt hun zoon Jacob geboren en drie jaar later hun dochter Sara Johanna. Het gezin woont in deze periode in Eindhoven, waar Louis een slagerij heeft.
In 1897 verhuist het gezin naar Ginneken: Louis krijgt daar een slagerij aan het Oranjeplein. Hij wordt in 1913 secretaris van Bikkoer Gouliem, een vereniging die attenties verzorgt voor Joodse zieken en die arme Joodse gezinnen ondersteunt met levensmiddelen en brandstof.
Feesten in de familie worden gevierd. In 1918 wordt via een advertentie in het Nieuw Israëlietisch Weekblad de viering van van de 75ste verjaardag van Sophia bekendgemaakt. De kinderen zijn inmiddels getrouwd en er zijn kleinkinderen. Zoon Jacob is getrouwd met Sara de Vries. Zij hebben een zoon en een dochter, Louis en Estella. Het gezin woont aan de Vredenburchsingel. Dochter Sara Johanna is getrouwd met Elkan Kogel. Zij hebben een dochter, Beppi. Zij wonen aan de Teteringenstraat.
In 1922 plaatsen de kinderen een advertentie ter gelegenheid van het 40-jarig huwelijk van hun geliefde ouders. Op 15 februari 1931 wordt Louis 75 jaar. Sara en Louis zijn op die dag 49 jaar getrouwd. Enkele weken later overlijdt Sophia. Ze wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Oosterhout.
In 1940 is Louis 84 jaar oud. Hij woont bij zijn dochter en schoonzoon aan de Teteringenstraat. In 1942 volgen de anti-Joodse maatregelen elkaar snel op. Op 2 juli 1942 worden aan de voorkant van het huis aan de Teteringenstraat twee ruiten vernield. De vermoedelijke dader is een SS'er die de oude Louis met een mes bedreigt. Op 28 augustus 1942 wordt de eerste groep Joodse inwoners van Breda opgeroepen om zich te melden. Ondanks alles wordt in september 1942 in de synagoge een dienst gehouden ter gelegenheid van Grote Verzoendag. Op 12 november wordt opnieuw een groep Joden opgeroepen. Zij moeten zich verzamelen in een wachtruimte op het station. Bij deze groep zijn ook de dochter en schoonzoon van Louis. Zij sterven een paar weken later in Auschwitz. Op 30 november 1942 vraagt de burgemeester van Breda in opdracht van de bezettingsautoriteiten bij de ziekenhuizen en instellingen een opgave van de Joden die daar zijn opgenomen. Louis wordt op dat moment verpleegd in het Ignatiusziekenhuis.
Op 27 februari 1943 wordt de verloofde van Estella, de kleindochter van Louis, bij de familie aan de Vredenburchsingel gearresteerd. Hij was daar onder een andere naam ondergedoken. Jacob en Louis worden opgepakt en voor verhoor naar het bureau van de SS op de KMA gebracht. De vrouw van Jacob en zijn dochter melden zich daarop vrijwillig. Jacob en Louis werkten voor de Joodse Raad in Breda en de voorzitter, Henry Samuel, meldt dat eenieder met de grootste achting over hen sprak. Zij worden via Vught en Westerbork gedeporteerd naar Sobibor, waar ze op 9 april 1943 worden vermoord. Jacob is dan 58 jaar. Zijn vrouw Sara Haas-de Vries is 61 jaar. Hun zoon Louis was op 13 augustus 1942 getrouwd met Elisabeth Cohen. Ook zij worden die 9 april vermoord. Louis is dan 26 jaar, zijn vrouw 22. Estella is 24 jaar en in ondertrouw als ze wordt weggevoerd. Haar huwelijk zal nooit worden voltrokken.
Op 29 maart 1943 werd verordonneerd dat alle Joden uit Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en Gelderland verdreven moesten worden. Louis verbleef op dat moment in het Laurensziekenhuis. De voorzitter van de Joodse Raad van Breda kreeg van de politie de toezegging dat Louis als 'niet-vervoerbaar' zou worden opgegeven, maar hij wordt toch naar Vught gebracht. Op 22 april 1943 wordt hij overgebracht naar Westerbork. Bij het negende transport van Westerbork naar Sobibor worden 1204 mensen weggevoerd. Louis is een van hen. Hij sterft direct na aankomst op 87-jarige leeftijd.
Van de directe familieleden van Louis overleeft alleen zijn kleindochter Beppie de oorlog. Zij was getrouwd met Benjamin Roeland Oudkerk. Beppie en Ben adopteren na de oorlog Martijn, een achterneef van Beppie. De grootvader van Martijn was een broer van Louis. Martijn Haas is in 1936 geboren in Breda, waar hij met zijn ouders, zijn twee zussen Liesje en Roosje en zijn broer Izaak woont aan de Terheijdenstraat. Zijn ouders laten in 1942 de twee jongste kinderen, Roosje en Martijn, onderduiken. Zij zullen als enigen van hun gezin de oorlog overleven. In 1950 emigreren Martijn en zijn pleegouders naar Nahariya in Israel. Martijn gaat in 1964 naar de Verenigde Staten en werkt daar later als professor biologie en oncologie aan de universiteit van San Diego. In 2009 werd hij gevraagd om een van de 22 aanklagers te zijn in het proces tegen John Demjanjuk, de beruchte bewaker van Sobibor, het kamp waar zijn moeder, zijn zus, zijn broer, zijn tante en de grootvader van zijn pleegmoeder, Louis Haas zijn vermoord.
Bronnen:
Joodsmonument.nl; Delpher.nl; Oorlogsbronnen.nl; J.Bader, Kroniek van 'n vervolging: Joden in Noord-Brabant 1933-1948, Soesterberg 2016