Abraham Coster

Cor en Karin

Abraham Coster, geboren in Amsterdam, komt uit een gezin met zeven kinderen. Zijn vader Jacob Coster, is toezichthouder bij een bakkerij. Vermoedelijk was er aan brood geen tekort in het gezin. Zijn moeder Saartje Ritmeester zorgt voor de kinderen. 'Zonder beroep' stond op de kaart van het Amsterdams Stadsarchief. Alsof de zorg voor zes kinderen niet meetelde. 

Abraham was het vijfde kind in het gezin. Boven hem zijn zus Mietje (1886-1942), broer Joseph (1887-1942), broer Samuel (1891-1942) en zus Rebecca (1888-1943) en onder hem zijn zusjes Sophia (1895-1943) en Keetje (1897-1943). 

Op 8 augustus 1922 trouwt de jonge Abraham met zijn mooie bruid Rebecca Swaap in Amsterdam. Er valt veel regen die dag en de zon laat zich nauwelijks zien. Geen zwoele zomermaand, het is slechts 15 graden op hun huwelijksdag. Grootvader Israel Nathan Swaap en broer Joseph Coster zijn getuigen bij het huwelijk. 

Het jonge stel wordt op 5 maart 1923 verblijd met de geboorte van zoon Jacob, vast vernoemd naar opa Coster. Jacob zou later aan het Amsterdams Conservatorium viool gaan studeren. 

Of Abraham en Rebecca direct na hun huwelijk aan de Eerste Oosterparkstraat 169 gingen wonen, is niet bekend. Wél dat de sigarenhandel, Abraham was sigarenmaker, hier sinds 16 augustus 1926 was gevestigd. Er waren in de straat meerdere winkels. Banketbakkerij H.A. van Praag op nummer 144 en daarnaast op 146-150 de manufacturen-, bedden- en tapijtmagazijnen van Oudkerk.

Het lijkt er op dat Abraham op 15 juni 1942 is weggevoerd door de Duitsers. 'Naar Duitsland' staat op zijn archiefkaart vermeld. Via doorgangskamp Westerbork is hij in Midden-Europa terechtgekomen, waar hij op 31 maart 1943 sterft. Slechts 50 jaar jong.

Zijn vrouw Rebecca sterft in kamp Auschwitz op 5 november 1942. Zoon Jacob overleeft de oorlog niet. Hij overlijdt op 4 juni 1943 in kamp Sobibor.  

Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, Joods Monument, Joods Amsterdam, Oorlogsbronnen