Herman Strauss
Geboren:
Bila,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
45 jaar
Beroep: Kleermaker
Groote Houtstraat 88, Haarlem
Omdat ik Hermans dochter Johanna Strauss herdacht in het kader van Namen en Nummers, kwam ik ook uit bij haar ouders, Herman Strauss en Esther Strauss-Witteboon, die net als Johanna zijn vermoord in Auschwitz op 28 januari 1944.
Herman Strauss is geboren in 1898 in Oekraïnse Bilá, als eerste kind van vader Herske Strauss en moeder Pese Amber. Als Herman nog maar een baby is trekt het jonge gezin naar Amsterdam. Daar wordt al snel nog een kind geboren, Hermans broertje Izak.
Herman werkt als kleermaker in Amsterdam als hij koopmansdochter Esther Witteboon ontmoet. Zij trouwen in 1924. Getuigen bij het huwelijk zijn Izak en Isaac, respectievelijk de broer van de bruidegom en de broer van de bruid. Izak is kleermaker, net als zijn broer. Isaac, de broer van Esther, is diamantwerker.
Herman en Esther krijgen al snel twee dochters. De oudste, Johanna, wordt geboren in 1925 en zusje Hella komt in 1927 ter wereld.
Op 12 mei 1940 vallen de Duitsers Amsterdam binnen. Al snel wordt het leven van de Joodse mensen ernstig beperkt door allerlei anti-Joodse maatregelen. Vanaf 1941 mogen ze niet meer naar bioscoop, hun kinderen mogen niet meer naar een openbare school en moest iedereen van de Joodse gemeenschap voldoen aan een nieuw ingevoerde registratieplicht.
Op welk moment en om welke reden het gezin Strauss naar Haarlem verhuisde, heb ik niet kunnen achterhalen. Hun laatst bekende woonadres was Groote Houtstraat 88 in Haarlem. In het archief van het Joods Cultureel Kwartier vond ik een brief waaruit ik opmaak dat dit waarschijnlijk een onderduikadres was. De Grote Houtstraat was en is een bekende winkelstraat in Haarlem en komt uit op de Grote Markt, het centrale plein van Haarlem met het stadhuis, oude markthallen en de Grote kerk. Vermoedelijk woonde het gezin boven een winkel. Op hun adres zit nu een kledingwinkel. Misschien toen ook wel. En misschien kon Herman daar als kleermaker stiekem nog wat geld verdienen voor zijn gezin in deze barre tijden.
Vanaf 3 mei 1943 is elke Jood of Jodin verplicht een gele davidsster te dragen. Twee weken later, om precies te zijn op 18 mei 1943 wordt Herman met zijn hele gezin afgevoerd naar doorgangskamp Amersfoort. Op 11 juni 1943 moet het gezin door naar Kamp Westerbork, waar zij met zijn vieren gevangen hebben gezeten tot ze op 25 januari 1944 op transport worden gezet naar Auschwitz. Daar is Herman op 28 januari 1944 vergast. Ook zijn vrouw Esther en oudste dochter Johanna zijn die dag in Auschwitz vergast. Zij zijn drie van de 1,1 miljoen in Auschwitz omgebrachte Joden. Door ze te herdenken in het kader van Namen en Nummers heeft deze geschiedenis voor mij een persoonlijker gezicht gekregen.
Voor Herman maakte ik een bordje met zijn portret en een naald en draad, als symbool voor zijn beroep maar ook voor zijn leven, dat werd afgebroken en als los eindje in de geschiedenis blijft hangen.
Hermans jongste dochter Hella overleefde Auschwitz. Haar verhaal vertel ik op de pagina van Johanna Strauss. Wel wil ik hier alvast vermelden dat Hella drie kinderen en vier kleinkinderen heeft gekregen en dat ze haar middelste kind Herman heeft genoemd.
Voor dit stukje over Herman Strauss heb ik verschillende bronnen geraadpleegd: JoodsMonument.nl, oorlogsbronnen.nl, jkc.nl (Joods Cultureel Kwartier), rootsweb.nl, het Amsterdams Stadsarchief en onh.nl (Oneindig Noord-Holland). Ik hoop dat er mensen zijn die de hiaten op kunnen vullen en de herinnering aan Hella, Johanna en hun ouders Herman en Esther levend houden.