Helga Deen
Geboren:
Stettin,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
18 jaar
Beroep: Student
Pelgrimsweg 45, Tilburg
Helga Deen werd op 6 april 1925 geboren in Stettin, toen een Duitse stad, maar na de oorlog Pools. Zij had nog een jongere broer, Klaus (1928-1943). Haar ouders waren neef en nicht. Helga’s moeder Käthe, geboren in Neurenberg, was arts. Vader Willy Deen, geboren in Tilburg handelde in zeep en parfum. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam verhuisde het gezin Deen naar Willy's moeder aan de Heuvelstraat 87 in Tilburg. In de zomer van 1934 betrok het gezin Deen een huurhuis aan de Pelgrimsweg 45 (nu nummer 23). Helga en haar broer Klaus gingen naar de openbare lagere school aan de Korte Schijfstraat en daarna naar de Rijks-HBS aan de Ringbaan-Oost. Vanaf september 1941 moesten Joodse kinderen naar speciale scholen. Helga en Klaus gingen toen naar het Joods Lyceum in Den Bosch.
De ouders van Helga en Klaus hadden het niet breed; haar moeder had een schoonheidssalon en haar vader had een zeepziederij en agentuur van verfspuiten voor textiel. Vanaf februari 1940 woonde de Duits-Joodse vluchtelinge Gerda Nothmann (1927-1999) in bij de famile Deen.
Helga’s vader was verbonden aan de Joodse Raad afdeling Tilburg. Daardoor beschikte het gezin Deen over een 'Sperre' (voorlopige vrijstelling van deportatie). Ook Helga werkte vanaf september 1942 voor de Joodse Raad. In februari 1943 werd de woning aan de Pelgrimsweg toegewezen aan de NSB-politie-opperluitenant Heije Karel Burger en was het gezin Deen gedwongen weer in te trekken bij Helga's grootmoeder. Rond deze tijd kreeg Helga een verhouding met Kees van den Berg, een jongen die ze op de Rijks-HBS had leren kennen.
Op dinsdag 1 juni 1943 werden de nog in Tilburg aanwezige Joden - onder wie de familie Deen - op transport gesteld naar Kamp Vught. Vanaf de eerste dag in Vught hield Helga in een schrift een dagboek bij. Op 1 juni 1943 begint Helga eraan met als aanhef ‘Liefste!’ Het is duidelijk voor Kees bedoeld. Op 2 juli 1943 werd de familie Deen op transport gesteld naar Westerbork. Op 13 juli is Helga met haar broer en ouders vanuit Kamp Westerbork naar Sobibor gedeporteerd waar zij op 16 juli 1943 vermoord werden. Gerda Nothmann, die bij de werkplaats van Philips in Kamp Vught werkte, mocht blijven en overleefde de oorlog. Moeder Käthe, die door haar werk als arts ook vrijgesteld was, koos ervoor om met haar gezin mee te gaan.
Helga heeft haar dagboek op de een of andere wijze het kamp uit weten te smokkelen. Helga’s geliefde, de kunstschilder Kees van den Berg (1923-2001), heeft het dagboek in handen gekregen en bewaard. Na zijn overlijden in 2001 vond zijn zoon Conrad het tasje met dagboek en brieven in zijn atelier. In 2007 werden Helga’s dagboek en brieven in boekvorm gepubliceerd onder de titel Dit is om nooit meer te vergeten. Dagboek en brieven van Helga Deen. 1943. De titel van het boek verwijst naar een passage uit het dagboek over de kindertransporten die op 6 en 7 juni 1943 vertrokken vanuit Kamp Vught.
Op het terrein van het voormalige vernietigingskamp Sobibor ligt een gedenksteen voor de familie Deen en in 2013 werd naast de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in Tilburg aan de Willem II-straat de Helga Deentuin geopend. Hier is ter nagedachtenis aan haar een kunstwerk van Margot Homan geplaatst.
Kees van den Berg zou later trouwen met Anna Debora Mandaat (1922-1984), dochter van > Coenraad Mandaat en > Sara Rodrigues. Anna was eerder (gemengd) gehuwd met de beeldhouwer Manus Evers.