Vrouwtje Barber
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
62 jaar
Vrolikstraat 367 I, Amsterdam
Vrouwtje Barber komt elf keer voor in het Stadsarchief Amsterdam. In de registratiepapieren staan verschillende geboortedata: 1 november 1879, 1 oktober 1879, 10 oktober 1879. Mogelijk hebben de verschillende geboortedata te maken met verschrijvingen door een gemeenteambtenaar. Het gezin Barber, met aan het hoofd Meijer Barber (1838) en Judic Metz (1842) en de kinderen Jacob, Elisabeth, Joseph, Saartje, Vrouwtje, Marius en Roosje, verhuist meerdere malen binnen Amsterdam. Lindengracht 6, Houtgracht 56, Jacob van Campenstraat (91 en 122), Valkenburgerstraat 143, Joden Houttuinen 126, een inmiddels verdwenen straat in de oude Jodenbuurt van Amsterdam. Op de laatste adressen lijkt vader niet meer te zijn ingeschreven en woont Judic er alleen met de kinderen. De moeder van Meijer heeft met het gezin ingewoond op de Lindengracht.
Voor zover ik kan nagaan is Vrouwtje Barber nooit getrouwd geweest en heeft ze geen kinderen gekregen. Ze is vast een fijne tante geweest voor de kinderen van haar zus Elisabeth (1868) en een steun voor haar. Elisabeth was getrouwd met Barend Roe, een zoon van Joseph Roe en Ester Spreekmeester. Het echtpaar kreeg zes kinderen, waarvan drie kinderen als baby zijn overleden en één zoon overleed al vóór de oorlog; de beide anderen, te weten Joseph en Elkan zijn tijdens de Holocaust om het leven gekomen (www.joodsmonument.nl). Vrouwtje woonde met Elisabeth op de Vrolikstraat 367 eenhoog in Amsterdam.
De website van de tentoonstelling 'Jodenvervolging in foto's' vermeldt: '... de eerste deportatietreinen vanuit Westerbork vertrekken vanaf het kleine station Hooghalen, vijf kilometer buiten het kamp. Chaotische taferelen doen zich voor. Onder bewaking van de Nederlandse marechaussee zeulen de gedeporteerden hun eigen bagage naar de trein. De verwachting is dat hun bezittingen op de nieuwe bestemming goed van pas zullen komen. Nadat de spoorlijn is doorgetrokken, vertrekken vanaf 2 november 1942 de treinen vanuit het kamp zelf.'
Vrouwtje Barber is op 10 september 1942 in Auschwitz vermoord, zo ook haar zus. Waarschijnlijk zijn ze gezamenlijk in Amsterdam opgepakt en gedeporteerd naar Kamp Westerbork en Auschwitz. Hopelijk hebben ze elkaar kunnen steunen bij het afleggen van die vijf kilometer naar het station Hooghalen en de reis naar Auschwitz. Roosje Tailleur-Barber, het jongste zusje van Vrouwtje en Elisabeth, is in 1943 in Sobibor vermoord. Zie ook deze website namenennummers.nl.