Paul Guillaume de Maan
Geboren:
Brussel,
Overleden:
Midden-Europa,
Bereikte de leeftijd van
47 jaar
Beroep: Reiziger
Spui 25 II, Amsterdam
Hij is een mens, en wij zullen hem herdenken
Paul Guillaume de Maan was een reiziger. Hij is in 1896 geboren te Brussel, als eerste zoon van Michel de Maan (1868) en Esther Wouthuijsen (1865). Vader De Maan is koopman in antiquiteiten in Brussel maar in 1896 verhuist het gezin, met de toen vijf maanden oude Paul, naar Amsterdam, waar zij zich vestigen in de Van Woustraat. In Nederland krijgt Paul een zusje, Elizabeth Anna (1898), en een broertje, Theo (1900). De ouders van Paul vertrekken waarschijnlijk in 1912 naar Asnières in Parijs.
Op enig moment gaat Paul terug naar Brussel waar hij trouwt met Hèlène Flahaux. Waarschijnlijk treedt hij in de voetsporen van zijn vader; op zijn persoonsregistratie valt te lezen dat hij handelsbedrijver is. De echtgenote Hèlène is met nevelen omhuld. Hoe hebben zij elkaar ontmoet? Wat is haar verhaal? En komt zij mee als Paul in 1939, op drieënveertig jarige leeftijd, terug verhuist naar Amsterdam?
In Amsterdam zwerft Paul veel rond. Nederland bevindt zich in die tijd in een economische crisis en grote stromen Joodse vluchtelingen vinden hun weg naar Nederland, waar het immigratiebeleid voor Joden tot dan toe nog relatief ruimhartig is. Veel Joden in Amsterdam zijn (straat)handelaren en hebben in die tijd geen eigen woning. Ze zijn aangewezen op kortstondige particuliere huur, bijvoorbeeld in pensions en rusthuizen.
Dit komt overeen met het beeld dat we van Paul hebben: een reiziger, waarschijnlijk een handelaar, met veel verschillende onderkomens van korte duur. Over de plekken waar Paul in die periode gewoond heeft valt nog een en ander te achterhalen.
Sarphatistraat 2b – familie hereniging
Het lijkt erop dat Paul in 1939 herenigd is met zijn jongere zusje en broertje op de Sarphatistraat 2b. Broer Theo en diens vrouw, en zus Elizabeth Anna en haar gezin arriveren hier op 13 september. Paul (en zijn vrouw Hèlèna?) een dag later. Broertje Theo is in 1920 in Brussel getrouwd met Jeanne Paulina (1900). Hij is, evenals Paul, een reiziger, waarschijnlijk met een handel in boeken en prenten. Terwijl Paul en Theo in Brussel wonen, is hun zusje Elizabeth in Parijs getrouwd met schrijfmachinetechnicus David Ricardo (1890) met wie zij een zoon krijgt: Guy (1923). Na hun korte familie hereniging in Amsterdam keert Elizabeth in 1941 terug naar Parijs. Een jaar later, op 21 september 1942 worden Anna en Guy vanuit Drancy (het Franse Westerbork) naar Auschwitz gedeporteerd. Hier overlijden zij, op 23 september 1942. Het is niet duidelijk of Theo en zijn vrouw Jeanne de oorlog overleefd hebben.
Oosteinde 10
November 1939 vertrekt Paul naar Oostereinde, waar Paul in het daaropvolgende jaar nog twee keer vlak na elkaar op verschillende huisnummers geregistreerd staat. Op Oostereinde nummers 8-10 is destijds een Kosjer restaurant genaamd Huize Glück gevestigd, waarschijnlijk verbonden aan de andere pensions van Malvine Glück aan de Sarphatistraat en de Muiderschans. Vaak hebben dergelijke logeergelegenheden ook een restaurant of keuken om huurders van een maaltijd te voorzien. Op de website van Joods Amsterdam staat over Huize Glück te lezen: ‘Onder controle v/h Amsterdamsche Rabbinaat Oosteinde 8-10, bestaat eetgelegenheid in ruime Soekoh in den tuin’. (Soekoh = ‘loofhut’, verwijzend aan de hutten waarin men leefde tijdens de veertigjarige omzwerving in de Sanaïwoestijn). Uitbaatster mevrouw Glück is in Auschwitz vermoord op 21 september 1942.
Spui 20
Aan het spui was Paul, in 1941, heel even buurtgenoot van onze oma. Hij woont op nummer 20. Zij, als 17-jarig meisje temidden van een levendige familie (tien kinderen met Italiaans bloed), op nummer 13, boven de postzegelhandel van haar vader. Het is de vraag zij elkaar hebben ontmoet. Ze kwamen uit verschillende werelden. Zij, een jong meisje uit een katholiek middenstandsmilieu. Hij een man van middelbare leeftijd, een Jood, een reiziger. Mogelijk hebben ze elkaar wel gezien, gegroet, op het plein, vlakbij het café waar Duitsers graag zaten.
Amstellaan 60
Het laatst geregistreerde adres van Paul is de Amstellaan 60hs, in 1942. Deze laan ligt in de Rivierenbuurt in Amsterdam, en beslaat nu de Churchill- en Rooseveltlaan. Op 10 mei 1940 is deze laan het toneel van de binnentrekkende bezetter. Op 7 mei 1945 gebruikten de geallieerden deze laan om Amsterdam te bevrijden. In de jaren tussen bezetting en bevrijding is de laan dus heel even een stop geweest in het leven van Paul.
Arrestatie
In februari 1942 wordt Paul gearresteerd. Volgens het politierapport wegens ‘overtreding van de Verbodsbepaling voor Joden’. Sinds de bezetting worden Joden in toenemende mate onderdrukt. Vanaf 1940 nemen de verboden toe en worden op een gegeven moment zelfs dagelijks nieuwe beperkingen opgelegd. De Verbodsbepaling waar het politierapport naar verwijst zou die van 15 september 1941 kunnen zijn, waarin vastgelegd is dat Joden geen bezoeken meer mogen brengen aan parken, dierentuinen, cafés, restaurants, hotels, pensions, schouwburgen, cabarets, variétés, bioscopen, sportinrichtingen, concerten, openbare bibliotheken, leeszalen of musea.
Paul moet een nacht doorbrengen in een cel en wordt de volgende ochtend overgebracht naar Euterpestraat 99, de huidige Gerrit van der Veenstraat. Hier is de Sicherheitsdienst, de Duitse opsporings- en inlichtingendienst, gehuisvest. Het adres is berucht. Verzetsmensen en Joden worden na arrestaties naar deze plek gebracht werden om gevangen gezet te worden. In de slechtste gevallen worden zij gemarteld en vermoord.
Duitsland
Tussen de arrestatie in 1942 en het overlijden in 1944 zit een gat. Bekend is dat Paul in juni 1943 naar Duitsland vertrekt, naar wij mogen aannemen, niet vrijwillig. Op 20 juni 1943 wordt in Amsterdam een grote razzia gehouden om een groep nog niet gedeporteerde Joodse bewoners alsnog te deporteren. 5542 Joden worden opgepakt en per trein naar Kamp Westerbork getransporteerd. Volgens het stadsarchief verblijft Paul vanaf 15 juni 1943 in Duitsland, wat zou betekenen dat hij vlak voor deze grote razzia al gedeporteerd is.
Paul Guillaume de Maan heeft de oorlog niet overleefd. Hij is een reiziger, die enkele jaren van zijn leven doorbrengt in Amsterdam. Hij is een Belg, een Nederlander, en een Jood. Hij is een zoon, een broer, een echtgenoot, een buurman. Hij is een mens, en wij zullen hem herdenken.