Rosa Mendels-Mayer
Geboren:
Mühlheim,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
65 jaar
Sophia van Wurtemberglaan 39, Eindhoven
Rosa is de zus van Hermine Snatager-Mayer. Rosa kwam in januari 1905, 26 jaar oud, van Mullheim naar Eindhoven om te trouwen met de vijf jaar oudere David Mendels. Haar moeder was toen al overleden, maar haar vader was bij het huwelijk aanwezig, dus Hermine mogelijk ook.
David, geboren in Almelo en opgegroeid in Groningen, had zich in 1901 in Eindhoven gevestigd. Kort voor het huwelijk was hij een manufacturenzaak begonnen in de Rechtestraat, destijds de belangrijkste straat van Eindhoven. Zijn winkel annex woonhuis bevond zich pal naast de stadsvilla van de burgemeester. Ruim vijfentwintig jaar heeft het echtpaar de winkel gehad. Wel op drie verschillende adressen, in steeds grotere en luxere panden die helaas inmiddels allemaal gesloopt zijn. Regelmatig plaatste David creatieve advertenties in het Eindhovensch Dagblad, waarvan ik er twee heb uitgekozen.
Rosa en David kregen twee kinderen: Isidore in 1906 en Jacques in 1908, die slechts een paar weken heeft geleefd. Isidore is na de HBS gaan studeren in Amsterdam. In 1927 keerde hij als ingenieur terug om te gaan werken in het befaamde Nat Lab, de onderzoeksafdeling van Philips.
Eind 1930 hieven Rosa en David hun winkel op en verhuisden met hun zoon naar het Vonderkwartier, naar het Lodewijk Napoleonplein. Daar is David twee jaar later overleden, waarna hij werd begraven op de Joodse begraafplaats aan de Groenewoudseweg.
Zus Hermine vluchtte in juli 1939 uit Duitsland naar Eindhoven, en eind van dat jaar verhuisden de zussen met Isidore binnen de wijk naar een benedenwoning aan de spoorbaan van Eindhoven naar Luik, het Bels lijntje. Toen de zussen in september 1940 voor het laatst verhuisden bevond Isidore zich al in de Verenigde Staten. Kort nadat de oorlog uitbrak was de Philipsdirectie namelijk met enkele stafleden en laboratoriummedewerkers naar Engeland vertrokken en vandaar naar New York. Isidore was hierbij. In New York zal hij zijn oom en tante Samuel Mendels en Esther Terveen hebben ontmoet, die daar kort voor de oorlog uitbrak naartoe geëmigreerd waren.
Begin 1942 trad Isidore in dienst bij de Netherlands Purchasing Commission, een bureau van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen dat centraal de aankoop deed van militair materiaal zoals vliegtuigen en onderzeebootjagers. In maart 1944 werd hij gerekruteerd om voor deze regering te werken. In juli 1944 vloog hij als Government Official naar New York, waarbij hij als woonadres opgaf Arlington House in Londen. Na de oorlog ging hij terug naar de NPC, die ook de aankoop deed voor de minister van Koloniën.
Ik ben blij dat Rosa via de Philipskanalen zal hebben geweten dat haar zoon in veiligheid was. Zelf is zij samen met Hermine op 9 april 1943 naar Kamp Vught gebracht, waar de zussen helaas voor vertrek naar Kamp Westerbork werden gescheiden. Rosa moest op 20 april van Kamp Westerbork op transport naar Sobibor. Op hetzelfde transport zat haar schoonzus Sara Franken-Mendels, maar het bestond uit ca. 1166 personen dus misschien hebben zij elkaar niet getroffen.
Hieronder twee familieberichten uit het Nieuw Israelietiesch Weekblad (uit 1905 en 1919) en twee advertenties uit het Eindhovensch Dagblad (23 mei 1924 en en 25 maart 1927).