Levie Engelschman

Marleen Helleman

Ontslag bij de Bijenkorf

Levie wordt geboren op 19 april 1904 in Amsterdam, als vierde kind van Meijer Engelschman uit Amsterdam en Saartje Mof, geboren in Winschoten. Het gezin woont in de sloppen van de toenmalige Jodenhoek, in de Korte Houtstraat achter het huidige Waterlooplein. Vader Meijer is hier venter.  

De armoede en uitzichtloosheid van de gangen en sloppen in de Jodenhoek is een doorn in het oog van het toenmalige stadsbestuur. Wethouders Wibaut en De Miranda stimuleren daarom het opzetten van -Joodse- woningbouwcoöperaties. Mede door hen komt het frisse, ruime blok aan de Maritzstraat tot stand, gebouwd door het Bouwfonds van de Handwerkers Vriendenkring. Het gezin verhuist rond 1917 naar huisnummer 5 tweehoog deze straat, boven de bakker.  Levie heeft een auditieve beperking en wordt daarom op zijn zeventiende afgekeurd voor militaire dienst. Hij blijkt desondanks een pientere knaap en het gezin zal blij geweest zijn dat Levie vast werk krijgt als magazijnbediende in het chique Magazijn De Bijenkorf op de Dam.

In 6 augustus 1930 trouwt Levie met Kaatje Lootsteen, kleermaakster en Levie trekt in bij de schoonfamilie op Vrolikstraat 54. Levie blijft ondanks de crisisjaren in dienst bij de Bijenkorf en zo blijven ze een vast inkomen houden. Dat is hard nodig want Kaatje raakt haar baan kwijt. 1941 Wordt een jaar van verdriet en vreugde voor Levie en Kaatje. Op last van de bezetter worden alle joodse werknemers van de Bijenkorf ontslagen. Eerder heeft het stel hun enig kindje moeten begraven, maar in de zomer van het tweede bezettingsjaar blijkt Kaatje weer zwanger. Hun zoontje Meijer wordt op 12 maart 1942 geboren. Op 4 oktober van dat jaar wordt het gezin naar Kamp Westerbork getransporteerd vanwaar zij op 16 oktober naar Auschwitz worden weggevoerd. Na 3 dagen komen zij in Polen aan. Kaatje en Meijer worden direct naar aankomst vermoord, Levie overlijdt een jaar later op 30 november 1943.

Bronnen: joodsmonument.nl