Betje Stodel-Piller
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
36 jaar
Onderlangs 52 huis, Amsterdam
Betje is 25 jaar als zij op 13 april 1932 in Sloterdijk trouwt met Abraham Stodel. Ze gaan wonen aan de rand van een nieuwe wijk van Amsterdam: Betondorp. Een paar jaar later in 1934 wordt Samuel geboren. Het is een moeilijke tijd, er is een economische crisis en de in dreiging van het Nationaal Socialisme in Duitsland is al merkbaar. Er komen steeds meer Duitse Joden in Amsterdam-Zuid wonen, met verhalen over het toenemende antisemitisme en onderdrukking van de Joodse bevolking. Nee, in tegenstelling tot wat de Nederlanders nog denken, het valt niet mee! En nee, de Nederlandse neutraliteit wordt niet gerespecteerd!
Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit. De Duitsers zijn in het begin nog vriendelijk, maar dat verandert en voor Joden wordt de sfeer snel grimmiger. Eén voor één komen de maatregelen die de Joden sociaal isoleren van de overige Nederlandse bevolking. Betje en Abraham hebben niet willen afwachten, als ik hun verhaal reconstrueer, zijn zij op een gegeven moment in onderduik gegaan. Ik weet niet wanneer of waar, en vermoedelijk was Samuel op een ander adres of werd hij tijdig gered. Maar Betje en Samuel worden op een gegeven moment ontdekt en opgepakt. Op 4 juni 1943 worden zij ingeschreven in Kamp Westerbork. Samuel is niet bij hen. Betje is kort in het Huis van Bewaring in Arnhem en wordt in Westerbork als 'gestrafte' geplaatst in Barak 67, een strafbarak die er speciaal is voor onderduikers. (Een jaar later wordt Anne Frank in deze barak geplaatst.)
Barakken 65, 66 en 67 zijn de strafbarakken van Kamp Westerbork. In elke barak kunnen 400 tot 500 mensen worden geplaatst, veelal opgepakt onderduikers. Er is een zwaarder regime, de mensen krijgen minder eten en moeten dwangarbeid verrichten. Bovendien is er grote kans om bij het eerstvolgende transport te worden gedeporteerd. De gevangenen slapen in stapelbedden op stromatrassen, mannen en vrouwen gescheiden. ’s Nachts is er één toilet voor iedereen. Voor overdag zijn buiten de collectieve toiletten, die door de gevangenen de ‘eiderdoppen’ worden genoemd.
Op 8 juni 1943 wordt Betje als ‘gestrafte’ gedeporteerd naar Sobibor op 8 juni, transport nummer 15, met bijna 1.300 kinderen en hun ouders, in totaal 3.017 vervolgden. Bij aankomst in Sobibor op 11 juni 1943 werden allen onmiddellijk vermoord. Betje is 36 jaar oud.
Het is niet duidelijk of Abraham ook in een strafbarak is geplaatst. Hij wordt in Westerbork tewerkgesteld, later werkt hij in Kamp Vught, Kamp Moerdijk en Kamp Reissen. Als Betje wordt gedeporteerd, zit hij in Kamp Moerdijk. Abraham overleeft de oorlog en hertrouwt in 1950 met Marianne, ook een holocaust overlevende. Hij overlijdt in 1978 op 71-jarige leeftijd. Ook Samuel overleeft de oorlog, hij overlijdt in 2007 op 73-jarige leeftijd in Woerden.
Bronnen: Joodsmonument.nl; Joodsamsterdam.nl; Stolpersteine-dordrecht.nl;; Oorlogsbronnen.nl; Genealogieonline.nl (stamboom families Van Tilburg en Ferwerda); Nl.wikipedia.org; research.annefrank.org
Foto:s: (1) Westerbork, Barak 67 gereconstrueerd. (2) Westerbork, plattegrond, rechtsboven de plaats van de strafbarakken. Research.annefrank.org.