Vogelina van West
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
25 jaar
Haarlemmerplein 46 I, Amsterdam
Over de drie kinderen van Van West heb ik één (wat langer) verhaal geschreven, omdat ik over de individuen geen informatie kon vinden. Naar mijn idee is dit verhaal bijzonder: deze personen mogen niet vergeten worden!
Vogelina (29/6/1918 – 31/10/1943, Hartog (7/5/1920 - 30/11/1943) en Anna Bertha (1/9/1923 -30/11/1943) van West
Hun vader was Isaac van West, hun moeder was Alida van Rood. Twee jaar na de geboorte van Anna Bertha is het echtpaar helaas gescheiden en nog twee jaar later is Isaac naar zijn vader in Berlijn vertrokken. Van Isaac weten we niets meer.
Na haar huwelijk in 1932 met Herman Molenkamp (niet-jood) woont Alida samen met haar drie kinderen op het Haarlemmerplein 46-1. Alida heeft de oorlog overleeft en is 96 jaar geworden.
Haar kinderen Vogelina (25), Hartog (23) en Anna Bertha (20) zijn echter in 1943 opgepakt en met treinen naar doorvoerkamp Westerbork gebracht. Uit administratie blijkt dat Hartog en Anna Bertha op 18 Mei 1943 vanuit Westerbork op transport worden gezet naar Sobibor. Vogelina volgt een maand later: op 13 Juli 1943 is zij naar Sobibor gedeporteerd.
Sobibor lag in het oosten van Polen. Het was één van de acht vernietigingskampen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Vernietigingskamp) met als enige doel het systematisch vermoorden van treinladingen Joden. In anderhalf jaar tijd werden er meer dan 170.000 Joden vergast, waaronder zo’n 34.000 uit Nederland. Veruit de meeste slachtoffers werden meteen bij aankomst vergast: bij aankomst werd je geacht je bagage af te geven, zodat je kon ‘douchen’ na de lange reis...
Sterke mannen en vrouwen werden echter geselecteerd voor het Sonderkommando,om de gaskamers en crematoria draaiende te houden. Voor de 'douche' werd lang haar afgeknipt, achteraf werden gouden tanden en kiezen uit de mond gebroken. De waardevolle bagage (elke Jood reisde met één tas) werd gesorteerd.
Zowel Hartog, Anna Bertha en Vogelina werden voor het Sonderkommando geselecteerd.
In de nazomer van 1943 gaat onder de ongeveer 600 werkgevangenen het gerucht dat het kamp zou worden opgeheven: dit zou hun einde betekenen. Met dit einde in het vooruitzicht kwam op 14 oktober 1943 een klein aantal werkgevangenen in opstand. Het lukt hen om twaalf SS’ers en twee Oekrainsche wachters te doden: 365 Joden weten het kamp te ontvluchten. Het grootste deel van hen overleeft de vlucht echter niet omdat ze op mijnen lopen of later tijdens klopjachten worden ontdekt en doodgeschoten.
Waarschijnlijk is dit laatste gebeurd met Vogelina, Hartog en Anna Bertha van West. Na de oorlog geeft de Minister van Justitie opdracht aan de Gemeente Amsterdam – mede op basis van de getuigenissen van de enkele overlevenden van de opstand – om officiële aktes van overlijden uit te schrijven.
De opstand gaat wel de boeken in als geslaagd: ongeveer 60 mensen weten te vluchten en 47 van hen overleven de oorlog. Ná deze opstand werd Sobibor inderdaad opgeheven en werden alle overige werkgevangenen vermoord.
Dit was de eerste en één van de weinige opstanden in concentratie- of een vernietigingskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Ik kan me voorstellen dat als je zoveel moeite hebt met overleven, alle extra inspanning teveel is. De gevangenen werden constant in de gaten gehouden en verbleven er vaak ook te kort om vertrouwensbanden aan te gaan.)
Daarom wil ik dat deze uitzonderlijke opstand en deze drie bijzondere opstandelingen bij mij uit de buurt herdacht worden.