Jack Presser
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
12 jaar
Oosterpark 3 II, Amsterdam
Over het gezin Presser
Opa Jacob Stodel was diamantslijper van beroep en trouwde met Elisabeth van Stratum. Zij kregen vier kinderen waarvan er twee kort na hun geboorte overleden. Alida Stodel (1901) was hun de eerste kind.
Alida was costumière en mogelijk werkte zij in een naaiatelier. In 1925 trouwde zijn met Jacob Presser (1901). Jacob Presser begon te werken als magazijnbediende en werd later reiziger in lingerie. In een advertentie met Jacobs naam worden waterdichte rugzakken van dekzeil te koop aangeboden.
Na hun huwelijksdag betrokken Alida en Jacob een woning aan het Oosterpark 3 tweehoog. Daar werden hun twee kinderen werden geboren: Sara in 1926 en Jack in 1930. Toen in 1939 Alida’s moeder Elisabeth overleed, kwam haar vader Jacob Stodel bij hen inwonen. Naast de familie Presser, op Oosterpark 1 en 2, woonden er dertien joodse buren. In Oosterparkbuurt, de straten tussen de Amstel en de Linnaeusstraat woonden bijna 30.000 mensen waarvan er ruim 10.000 joods waren.
Het adres Oosterpark 3 is een hoekhuis gelegen aan het Oosterpark met zicht op het Oosterpark, de Tweede Boerhaavestraat en de Korte ’s Gravensandestraat. Vanaf september 1941 hadden joden geen toegang meer tot openbare gelegenheden als parken, restaurants, bibliotheken, schouwburgen en musea. Op tal van plaatsen stonden borden met de tekst ‘Voor Joden verboden’. Voor het hek van het Oosterpark was prikkeldraadversperring. De familie Presser keek dus uit op het park, maar mocht daar geen gebruik van maken. Het park werd gebruikt als oefenterrein voor de Wehrmacht.
Op de begane grond van Oosterpark 3 zat in de jaren zestig en zeventig een kroeg. Mogelijk zat deze kroeg er ook al toen de familie Presser daar nog woonden. Zo ja dan was de familie Presser ook daar niet meer welkom.
In het park, op de hoek tegenover het ziekenhuis, was een Duitse bunker gebouwd. In de ’s Gravensandestraat en bij het Koloniaal Instituut (nu Tropenmuseum) was ook ook prikkeldraadversperring, het was gevorderd door de Ordnungspolizei. De familie Presser had dus niet alleen te maken met beperkende regels, ook in de directe nabijheid van hun woning waren de straten afgezet met prikkeldraad, bevond zich een Duitse bunker en waren de Wehrmacht en Ordnungspolizei gelegerd.
Het is niet bekend waar zoon Jack en dochter Sara op school hebben gezeten. In de Tweede Boerhaavestraat bevonden zich twee lagere scholen: de vierde Montessorischool en de Boerhaaveschool. Daar zaten veel joodse kinderen. De klassen werd elke week leger omdat de joodse kinderen werden weggehaald. 's Ochtends nam de onderwijzer de presentielijst door en riep éen voor éen de namen. Bij de joodse namen werd dan vaak gezegd: 'die is vannacht weggehaald’. Op een gegeven moment zaten er nog maar vijf of zes kinderen in de klas, van lesgeven kwam niet veel meer terecht.
In de Tweede Boerhaavestraat stond ook een joodse lagere school, de Talmoed Thoraschool. Een jonge onderwijzer herinnert zich dat de kinderen veel op straat zwierven. Ze werden vaak de deur uit gestuurd. De GGD kwam geregeld onderzoek doen op hoofdluis. Een leerling van de school herinnerde dat hij ‘tefillimgebeden' leerde. Hij dreunde teksten op, maar het had geen enkele inhoud voor hem. In 1943 sloten de Duitsers de school. Op de gevel is in het Hebreeuws Talmoed Torah te lezen.
Sara Presser werkte vanaf 15 Juli 1942, zij is dan 16 jaar, als verzorgster en huishoudelijke hulp in een rusthuis op de Nieuwe Herengracht 159, maar volgens een aantekening op haar registratiekaart van de Joodse Raad, "nam zij die functie sinds 10 februari 1943 niet meer waar”.
Vanaf 3 mei 1942 werden joden verplicht tot het dragen van een jodenster die zichtbaar op borsthoogte gedragen moest worden. Op 8 november 1942 werd opa Jacob Stodel vanaf Oosterpark 3 weggehaald en afgevoerd naar Kamp Westerbork van waar hij op 10 november naar Auschwitz werd gedeporteerd en vervolgens bij aankomst daar direct werd vergast. Hij werd 70 jaar.
Op 25 mei 1943 moesten 7.000 Joden zich melden op de Amsterdamse Polderweg in Oost, vlakbij ligt het treinstation Muiderpoort. Daar zouden zij op een trein stappen die hen naar Kamp Westerbork bracht. Slecht een fractie gaf gehoor aan de oproep tot grote irritatie van de Duitsers. Maar er was rekening mee gehouden. Die nacht sloten Amsterdamse politieagenten de jodenbuurt in het centrum hermetisch af. De Ordnungspolizei en agenten van het politiebataljon Amsterdam kamden de buurt uit. De volgende dag werden nog eens 3.300 joden afgevoerd naar Westerbork.
Vermoedelijk bevonden zich onder deze mensen ook het hele gezin Presser. Bij aankomst in Kamp Westerbork werden zij gelijk doorgestuurd naar vernietigingskamp Sobibor waar zij bij aankomst op 28 mei 1943 onmiddellijk werden vermoord in de gaskamers. Moeder Alida was toen 41 jaar, vader Jacob 42 jaar, Sara 17 jaar en Jack 12 jaar.
De dertien joodse buren van de familie Presser, die woonden op Oosterpark 1 en 2, hebben ook de oorlog niet overleefd. Op 29 september 1943 werd Amsterdam ‘Judenrein’ verklaard...
FOTO's:
Oosterpark met prikkeldraad versperring
Het Oosterpark als oefenterrein Wehrmacht
Duitse bunker bij ziekenhuis Oosterpark
Prikkeldraad versperring in ’s Gravensandestraat
Tropenmuseum gevorderd door Ordnungspolizei