Leendert de Winter
Geboren:
Den Bosch,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
48 jaar
Beroep: Koopman
Korte Tolbrugstraat 45, Den Bosch
Leendert werd geboren in de Tolbrugstraat 335 (nu Tolbrugstraat 1). De arbeiderswoningen in het Tolbrugkwartier waren voor het grootste deel huurwoningen zonder waterleiding, waterpomp of privaat. In 1904, toen Leendert tien jaar oud was, wees een onderzoek uit dat de in totaal 328 woningen in deze wijk 107 éénkamerwoningen, 171 tweekamerwoningen en 50 driekamerwoningen bevatten. Leendert had zeven broers en zussen.
Leenderts vader was Mozes de Winter, van beroep koopman (geboren in Breda in 1858, overleden in Den Bosch in 1929); zijn moeder was Hester Kloots, van beroep koopvrouw (geboren in ’s-Heerenberg in 1862, eveneens overleden in Den Bosch in 1929). Vader Mozes handelde in lompen; zijn vrouw en gezin werkten mee in het bedrijf, dat in huis gevestigd was. Hij trok er op uit met de hondenkar, tot aan Oisterwijk, waar hij in april 1902 werd aangehouden omdat hij verzuimd had de belasting te betalen voor zijn twee honden. Mozes werd bij verstek veroordeeld tot een geldboete van twee gulden of vier dagen hechtenis.
Leendert trouwde op 16 oktober 1912 met Esther Zeldenrust. Uit hun huwelijk werden geboren Rebecca (1917), Mozes (1921), Hartog (1924), Sara (1928), Herman (1932) en Hartog Philip (1937). Toen zij hun jongste zoon zijn naam gaven speelde ongetwijfeld de gedachtenis aan Hartog een rol, het zoontje dat op nog geen tweejarige leeftijd overleed in 1926. Het gezin van Leendert en Esther woonde eerst in de Korte Tolbrugstraat 39, later verhuisde de familie naar nummer 45, een woning die werd gehuurd van de joodse koopman Abraham Duim.
Aan de kaart van de Joodse Raad kan worden ontleend dat Leendert aanvankelijk werkte als rangeerder bij de Nederlandsche Spoorwegen: zwaar en gevaarlijk werk. Sinds 1923 was hij daarnaast lijkbezorger en doodgraver in Den Bosch. ‘Ieder kaartje is een mens’, luidt de kop van de UNESCO site over de Cartotheek van de Joodse Raad. In het geval van Leendert staat verder te lezen dat zijn geestelijke gezondheidstoestand labiel was. Niets en niemand hielp. Op 25 mei 1943 werd hij met zijn gezin op transport gesteld.
Bronnen
Erfgoed 's-Hertogenbosch, Register van Geboortens Huwelijken en Overlijden Nederlandsche Israëlitische Gemeente ‘s-Hertogenbosch aanvang nemende primo January 1844, 0195-inv. nr. 650, p. 50: “Leendert, Zoon van Mozes de Winter en Ester Kloots, 31 Augustus 1894”. Leenderts Hebreeuwse naam was Eliezer. Huwelijk met Esther, p. 135.
BHIC, Arrondissementsrechtbank, toegangsnummer 24, inventarisnummer 380, rolnummer 42.
BHIC, Kadasterviewer, 32152, legger 7848 (Met dank aan Nico Koppers).
Erfgoed 's-Hertogenbosch, BS Overlijdens na 1811, aktenummer 205 (overlijden Hartog in 1926).
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu. Tilburg, Stichting Zuidelijk Historisch Contact), 1976, dl. II, p. 342, 350.