Mozes de Winter
Geboren:
Den Bosch,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
22 jaar
Korte Tolbrugstraat 45, Den Bosch
Mozes werd geboren in de Korte Tolbrugstraat 39 als oudste zoon van Leendert de Winter en Esther Zeldenrust. Getuigen bij de aangifte van geboorte waren Esthers vader Hartog Zeldenrust en Levi Wegloop, beiden koopman en wonend in Den Bosch. Op de kaart van de Joodse Raad staat dat Mozes zonder beroep was, maar waarschijnlijk was hij een van de twee ‘Joodse arbeiders die bij ons werkzaam waren: een meisje Zeldenrust en een jongen De Winter’, die van 1940 tot september 1941 in Max Cahens papierwarenfabriek werkte: 'M. de Winter'. Mogelijk kan het ook gaan om het latere echtpaar Johanna Zeldenrust (1910-1994) en de Bossche marktkoopman Mozes de Winter (1912-1965), maar het duurde tot 15 september 1941 voordat markten werden verboden voor joodse kooplieden.
In mei 1942, pas 21 geworden, kwam hij in ieder geval als Joodse werkloze terecht in werkkamp Molengoot bij Hardenberg, een Rijkswerkkamp dat in de jaren dertig was opgericht in het kader van de werkverschaffing. Arbeiders uit Den Haag en Scheveningen verrichtten hier eerder al spit- en graafwerk voor de Heidemaatschappij. Molengoot was een van de werkkampen die vanaf april 1942 door de nazi’s werden gebruikt om al dan niet gedwongen werkloze Joodse mannen te interneren. In tegenstelling tot hun niet-Joodse voorgangers uit Zuid-Holland moesten zij de zware ontginningsarbeid verrichten op een zeer karig rantsoen. Vanaf augustus dat jaar werd het regime in Molengoot nog strenger. Zoals de Amsterdamse typograaf Flip Slier (1923-1943) op 15 augustus 1942 schreef: ‘Op slaag na is het een volledig concentratiekamp. Misschien komt dit ook nog wel.’
Mozes viel dit vreselijke lot ten deel. Begin oktober 1942 werden alle Joodse dwangarbeiders overgebracht naar Westerbork, het doorgangskamp waar zijn ouders, broertjes en zusje hem het jaar erna zouden volgen. Hij is van daaruit op 10 oktober op transport gesteld naar Polen, om te eindigen als dwangarbeider in Jawischowitz, een buitenkamp van Auschwitz, waar de meeste gevangenen in de kolenmijnen te werk werden gesteld. Zij die van uitputting en ontbering niet meer in staat waren te werken, werden afgevoerd naar het vernietigingskamp. Mozes is daar vermoord op in november 1943.
Bronnen
Erfgoed 's-Hertogenbosch, 0195-inv. nr. 650, Register van Geboortens Huwelijken en Overlijden Nederlandsche Israëlitische Gemeente ‘s-Hertogenbosch aanvang nemende primo January 1844, p. 79.
Max Cahen, Ik heb dit alles opgeschreven... Vught-Auschwitz-Vught. memoires van Max Cahen 1939-1945. 's-Hertogenbosch, Wolfaert, 2010, pp. 31-32.
Erfgoed 's-Hertogenbosch, Collectie Cahen 748, Loonboek mannen vanaf 5 januari 1940 t/m 11 april 1941: 'M. de Winter' stond op de wekelijkse loonlijst; 'Joh[anna] Zeldenrust op de wekelijkse loonlijst in Loonboek meisjes vanaf 5 januari 1940 t/m 27 november 1941, Collectie Cahen 747.
Flip Slier, Tot ziens in vrij Mokum. Brieven van Flip Slier uit werkkamp Molengoot. Ed. Elma Verhey. Oudewater: Minerva, 1999.
Met speciale dank aan Hanneke Zuijderduijn van Ergoed 's-Hertogenbosch.