Esther Caneel-Jesaijes
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Birkenau,
Bereikte de leeftijd van
60 jaar
Geraniumstraat 3, Eindhoven
Esther Caneel-Jesaijes werd geboren op 1 april 1884 in Amsterdam en werd vermoord in juli 1944 in Birkenau. Ze was toen 60 jaar en sinds bijna zeven jaar weduwe van Simon Caneel. Ze was moeder van dochter Clara en zoon David Simon en grootmoeder van kleinkinderen Mia en Pim.
Haar laatste vrijwillige adres in Eindhoven was Geraniumstraat 3, de straat waar ikzelf ook een tiental jaren gewoond heb. Zo ken ik het soort huis, de buurt en het uitzicht dat Esther had tijdens de jaren dat ze daar woonde. De Bloemenbuurt was toen een nieuwbouwwijk waarvan de bouw startte rond 1927. De huizen waren bedoeld voor arbeiders en lage beambten. De huizen hadden achter lange smalle tuinen en ze hadden een smalle lange keuken en een kolenhok. Er stonden veel bomen en er was een keur aan kleine winkeltjes. Je kon de geluiden van vogels en spelende schoolkinderen horen. De was hing op zolder of in de tuin. Aan de overkant was er een nieuwgebouwde R.K. lagere school met voortuin voor de arbeiderskinderen.
Als Esther hier komt wonen is ze al ouder dan veertig. Ze viert hier in 1937 haar zilveren huwelijksfeest en houdt receptie thuis. In hetzelfde jaar verliest ze in december haar man Simon Caneel die kruier was. Haar dochter is dan al getrouwd met een niet-joodse man en is al moeder. Haar zoon is verloofd. Zij blijft er als weduwe wonen samen met zoon David Simon die metaalbewerker of meubelmaker is.
Een heel leven gaat daaraan vooraf. Ze werd geboren in de Jodenhoek op Uijlenburg, Joden Houttuinen nummer 23. Deze arme buurt is een krottenwijk. Als derde meisje in een gezin dat 4 of 5 meisjes en een broer telt. In Amsterdam moet ze Simon hebben leren kennen die daar werk heeft als magazijnknecht. Ze trouwen op 5 mei 1912 in Woensel. Esther is dan 28 en in september van dat jaar wordt ze moeder van Clara, genoemd naar haar schoonmoeder. Drie jaar later volgt David Simon, genoemd naar Esthers vader en man.
Na de dood van haar man breken de zware jaren aan. In augustus 1941 onteigent de Duitse machthebber haar woning en wordt deze ondergebracht bij de Niederländische Grundstückverwaltung. Tijdens de oorlogsjaren werkt ze (net als haar dochter) bij de SOBU, een Philipsonderdeel dat gevangen wordt gezet in het concentratiekamp Vught. Op 20 augustus 1943 werkt ze daar in het Philipscommando. Men werkt daar voor de Duitse oorlogsindustrie. Op 3 juni 1944 moet uiteindelijk ook dit onderdeel op transport naar Auschwitz. Esther ondergaat dit transport in haar eentje. Haar kinderen en kleinkinderen overleven de oorlog. Zijzelf sterft in juli 1944. Wanneer en hoe is onbekend. 'Gewoon' een vrouwenleven vernietigd omdat ze joods was.
Bronnen: Stichting18september.nl, www.oorlogsgravenstichting.nl, www.nationaalarchief.nl, www.joodsmonument.nl, www.stamboekvanjoodsefamilies, www.stadsarchiefamsterdam, www.openarch.nl, wikipedia, bevolkingsregisterwoensel, www.indebuurt.nl, www.cbg.nl, www.ihesm.com/eindhoven/bloemenbuurt