Abraham Jas
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
88 jaar
Vrolikstraat 36 I, Amsterdam
Abraham was getrouwd met Judith Stodel (geboren op 5 februari 1855). Op hun huwelijksdag (9 januari 1878) was Judith werkzaam als dienstbode en Abraham’s beroep was venter en miliciën, ofwel militair dienstplichtige. Abraham heeft in zijn leven meerdere beroepen uitgeoefend: sjouwerman, groentenventer, koopman en werkman. Dit blijkt uit de huwelijksakten van zijn kinderen, waarin het beroep van de vader is vermeld. Hun elf kinderen heetten Lotje, Isaäc, Jacob, Joël, Joseph, Karel, Saartje, Mozes, Esther, Mietje en Naatje. Niet in alle akten kwam het beroep van Abraham overigens voor, want ten tijde van het huwelijk van Karel in 1920, toen Abraham 66 jaar was, stond er geen beroep meer achter zijn naam.
De geschiedenis vertelt niet wanneer Abraham en Judith in de Vrolikstraat zijn gaan wonen, maar dit moet zeker na 27 november 1888 zijn geweest. Op die datum werd de eerste bewoner van de Vrolikstraat geregistreerd. De straat is vernoemd naar twee Amsterdamse medici, Gerardus Vrolik en zijn zoon Willem Vrolik. In de straat woonden eind 19e eeuw vooral arbeiders en ambachtslieden.
Over de oorlogsjaren (1940-1945) is weinig bekend, maar uit de archieven blijkt dat Abraham gevangen heeft gezeten in Kamp Westerbork. Vanuit dat kamp is hij op 6 april 1943 naar Sobibor getransporteerd, waar hij op 9 april 1943 is omgebracht. Zijn vrouw Judith overleed op 30 januari 1934. Van hun kinderen zijn er drie overleden voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak: Mietje, Jacob en Lotje. De andere kinderen zijn allen omgekomen in Auschwitz of Sobibor.
Bronnen:
www.joodsmonument.nl
www.wiewaswie.nl
www.joodsamsterdam.nl
www.oorlogslevens.nl