Frederika Bloemist-de Behr
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
41 jaar
Beroep: Directeur
Eerste Oosterparkstraat 168 huis, Amsterdam
In het najaar van 1943 wordt Amsterdam 'Jodenvrij' verklaard door de bezetter. Frederika en haar gezin ontlopen in het voorjaar van 1943 hun noodlot niet. Met haar man Philip en haar dochter Rachel wordt ze thuis opgepakt en vermoedelijk via een kort verblijf in de Hollandse Schouwburg op de trein naar Kamp Westerbork gezet. Op 17 maart worden ze gedeporteerd naar Sobibor, waar ze op 20 maart worden vermoord. Isaac is kennelijk al eerder opgepakt, want hij wordt in Auschwitz op 28 februari 1943 omgebracht. Wat zullen ze in onzekerheid hebben gezeten over elkaars veiligheid.
Frederika had ongetwijfeld een ander levenspad voor ogen. Als jongste kind in het gezin van Isaak de Behr en Mietje Gomperts groeide ze aanvankelijk buiten Amsterdam op met haar broers Benjamin en Maurits. De eerstgeborene van Isaak en Mietje, Betje, heeft slechts een half jaar geleefd. Voordat het gezin in mei 1919 naar Amsterdam kwam en introk op de Linnaeusparkweg 9, heeft het een half jaar in Baarn gewoond.
Toen Frederika de Behr 18 jaar was, trouwde ze met Philip Bloemist. Toestemming was daarbij nodig van de ouders van Philip en van haar vader - haar moeder was overleden - vanwege haar minderjarigheid. Het jonggetrouwde stel heeft op verschillende adressen in Amsterdam gewoond, onder andere op de Haarlemmerdijk en de Nieuwe Herengracht 177, een Joodse buurt.
Frederika zou toen ze 41 was directeur zijn geweest. Het is onbekend waarvan: mogelijk samen met Philip in de tabakshandel, een sigarenmagazijn of tabaksfabriek? Philip was winkelier, hun dochter Rachel was leerling-winkeljuffrouw, hun zoon Isaäc leerling in een tabaksfabriek. Een familiebedrijf is een mogelijkheid. De kinderen woonden nog thuis tijdens de oorlog.
Bron: www.joodsamsterdam.nl