Rebecca Presser
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
24 jaar
Beroep: Naaister
Transvaalplein 3 I, Amsterdam
Rebecca is 20 jaar oud als de oorlog uitbreekt, ze woont bij haar ouders Heintje en Aaron en haar jongere broer Meijer op het Transvaalplein. Zus Eva is al getrouwd en woont iets verderop, in de Transvaalstraat. Rebecca is naaister, in die tijd een mooi beroep voor meisjes en jonge vrouwen. Rebecca wordt ongewild zowel getuige als deelgenote van een zwarte geschiedenis: het sociaal isoleren, de terreur, de onderdrukking, overgaand in het verzamelen, afvoeren en vermoorden van Joden.
De Duitse bezetters en hun Hollandse helpers hebben goed nagedacht over de logistiek van hun ´zuiveringsoperatie´ en de Transvaalbuurt heeft een wrange rol. In september 1942 wordt de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan gevorderd als verzamelplaats. De Transvaalbuurt wordt gebruikt als ‘concentratiewijk’, door Joodse mensen van binnen en buiten te stad te verplichten ernaartoe te verhuizen. In 1943 zijn er de laatste razzia’s waarbij Joodse buurtbewoners worden verzameld op het Transvaalplein, voordat ze worden afgevoerd. Eind 1943 wordt de Transvaalbuurt 'Judenrein' verklaard. Vanuit de woning moet Eva vaak hebben gezien dat Joodse buren worden opgepakt en afgevoerd. Wat zal ze bang zijn geweest.
Bij welke razzia Rebecca en Eva zijn opgepakt is niet duidelijk. Ze zijn blijkbaar naar gebracht naar de Hollandsche Schouwburg, want Rebecca en Eva zitten op 16 januari 1943 bij het eerste transport vanuit de Hollandsche Schouwburg, naar Vught: Konzentration Lager Herzogenbusch. Daar wordt een kampkaart gemaakt, Het meisje Rebecca wordt een nummer: Häftlung Nummer 1087 en ze wordt te werk gesteld als naaister.
Er is één transport rechtstreeks uit Kamp Vught naar Auschwitz, zonder tussenstop in Westerbork: op 15 november 1943. De oorlog verloopt slecht voor de Duitsers, vooral aan het Oostfront, en de Duitsers hebben mannen en vrouwen nodig in de arbeidsgeschikte leeftijd. Rebecca en Eva worden voor dit transport geselecteerd, met nog 1.140 mannen en vrouwen tussen 15 en 50 jaar oud. Na aankomst in Auschwitz worden de mensen die ziek zijn of niet geschikt worden gevonden meteen naar de gaskamers gebracht. De overige moeten zes weken in ‘quarantaine’, zo ook Rebecca en Eva. De nog levende mannen worden verdeeld over de kolenmijnen Janina, Jowitchwitz en Fürstengrube en verschillende arbiedscommando's in Auschwitz-Birkenau. De meeste vrouwen en kinderen zijn tussen 1 januari en 31 januari 1943, tijdens de ‘quarantaine’ periode, overleden aan tyfus, difterie of een andere ziekte. Een precieze datum is niet voor ieder slachtoffer vast te stellen, voor de meesten wordt 31 januari 1943 aangehouden als sterfdag. 32 mannen en 6 vrouwen hebben het overleefd.
De datum van overlijden van Rebecca en Eva is officieel15 januari 1943, maar dit is niet de precieze datum. Op Rebecca’s kaart van de Joodse Raad staat aangetekend: ‘’Verklaring van W.Korper-Westerman: overleden half januari in Auschwitz aan de gevolgen van typhus’
Moeder Heintje (54) en vader Aaron (53) worden op 2 juli 1943 vermoord in Auschwitz, broer Meijer (22) overlijdt in Polen op 30 november 1943. Eva’s echtgenoot overleeft de oorlog.
Op 20 juni 1943 is de laatste, grote razzia, 5.542 Joden worden opgepakt en afgevoerd. Daarna wordt de Transvaalbuurt ‘Judenrein’ verklaard. Na de oorlog blijft een lege, ontzielde, verpauperde buurt achter.
Bronnen: joodsmonument.nl; joodsamsterdam.nl; oorlogsbronnen.nl; collections.arolsen-archives.org; collecties.kampwesterbork.nl; jck.nl.