Mina van der Rhoer-Bouman
Geboren:
Beesd,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
50 jaar
Teteringenstraat 27 a, Breda
Mina Bouman werd in het Betuwse Beesd geboren op 14 september 1892. Haar vader Benjamin Bouman was vleeschhouwer. Moeder Sara van Straten zou in Beesd acht kinderen baren. Mina was de zesde in de kinderrij. Sara stierf in 1898 op 41-jarige leeftijd. Vader moet het zwaar gehad hebben. Mina ging na haar kinderjaren een toekomst als dienstbode tegemoet. We komen haar als zodanig tegen in Beesd, Eindhoven en Nijmegen. Ze is 28 jaar als ze in 1921 trouwt met Max van der Rhoer, reiziger en 23 jaar oud. Het paar trekt naar Arnhem.
In de bijdrage van Corrie Volker over Max van der Rhoer vinden we een complete familieschets. Max ontwikkelt zich van reiziger tot fabrikant. Het verdriet over het verlies van hun tweede kind Salomon zal groot geweest zijn. Hij werd slechts 2 jaar.
In 1936 trekt het gezin naar Breda. In de Teteringenstraat wonen ze schuin tegenover de Joodse bejaarde Louis Haas. Als de bezetting zich ontwikkelt tot een dreigend monster maakt de familie Van der Rhoer van dichtbij angstige tijden mee. De ruiten worden bij de heer Haas op Teteringenstraat nummer 8 ingegooid en de dader dringt zelfs naar binnen. Max van der Rhoer had door zijn rol in de Bredase afdeling van de Joodse Raad aanvankelijk voor hem en zijn gezin nog weinig last van de dreigende oproepen. Samen met Henry Samuel, mr. L. Broekhuysen en Louis Haas jr. probeerde Max met de Joodse Raad de Bredase Joden zo veel mogelijk te helpen. Max had de speciale zorg voor 'buitenlandsche Joden'. Gelukkig is door de tv-serie over de Joodse Raad (EO 2024) en de talloze publicaties in voorjaar van 2024 het ongenuanceerde beeld over de rol van de Joodse Raad naar voren gekomen. Ook de opperrabiin stelde zijn eerdere afkeurende visie bij.
De ramp voor het gezin van Max en Mina van der Rhoer zou zich in 1943 voltrekken. Op 1 juni 1943 zat zoon Joseph, 20 jaar oud, in de trein uit Westerbork naar Sobibor. Hij zou daar op 4 juni overlijden. Zijn ouders en jonger broertje vertrokken op 6 juli uit Kamp Westerbork. Er zaten zeven Bredanaars in die trein. Allen stierven op 9 juli 1943 in Sobibor.
Bronnen: Open Archieven.nl, Collecties kamp Westerbork, Stadsarchief Breda, Namen en Nummers, Joods Monument, J. Bader Kroniek van 'n Vervolging.