Bloemina Bohemen-Elshof
Geboren:
Winschoten,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
40 jaar
Bilderdijkstraat 143 huis, Amsterdam
Bloemina Elshof wordt op 24 maart 1903 geboren in Winschoten. Ze is na Betje (1900) en Racheltje (1902) de derde dochter van Heiman Elshof en Geertje Elshof-Salomon. In 1905 krijgen de zusjes er een broertje bij: Simon. Vader Elshof is smid, en het is misschien in verband met zijn werk dat het gezin een aantal keer verhuist. Ze wonen een tijdje in Velsen, vanaf 1912 op verschillende adressen in Amsterdam, en vanaf 1918 weer in Groningen. Bloemina is dan vijftien.
De volgende twintig jaar blijft ze in Groningen wonen. Een verdrietige gebeurtenis in die periode is het overlijden van haar zus Betje, in 1926. Maar in Groningen ontmoet Bloemina ook Joel ('Jo') Bohemen, haar toekomstige man.
Bloemina werkt een tijd als machinestikster, maar waar, wanneer of hoe lang?
In 1938 verhuist ze naar Amsterdam. Daar trouwt ze op 8 maart 1939 met Jo Bohemen. Jo en Bloemina gaan wonen op de begane grond van Bilderdijkstraat 143. Daar beginnen ze een filiaal van 'De Zwitsersche', de grote wasserij waar Jo al enige tijd voor werkt. Jo is filiaalhouder, maar het spreekt vanzelf dat Bloemina als filiaalhoudersvrouw ook achter de toonbank gaat staan.
In mei 1939 vieren de ouders van Bloemina hun 40-jarig huwelijk, en de familie plaatst een advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden. 'Dat zij nog lang voor ons gespaard mogen blijven is de wensch van hunne dankbare Kinderen en Kleinkinderen', staat er. Zo wrang om nu te lezen, want het tegendeel zou gebeuren. Een jaar later begon de oorlog, en van de dankbare familie Elshof zou helemaal niemand gespaard blijven.
Hoe Bloemina en Jo de eerste oorlogsjaren zijn doorgekomen, en hoe lang het filiaal nog in bedrijf was, is niet bekend. Ergens in de zomer van 1942 worden Bloemina en Jo gedwongen hun huis aan de Bilderdijkstraat te verlaten. Op de site van Joods Monument is hun inboedellijst te vinden: een hanglamp, overgordijnen, een buffetkast, een tafeltje, een spiegel... Ook een stofzuiger, en uit het tuinhuisje een petroleumstel.
Bloemina en Jo verblijven nog enige tijd in Kamp Westerbork. Daarvandaan worden ze op 11 mei 1943 'als gestraften' gedeporteerd naar Sobibor, waar ze op 14 mei meteen na aankomst worden vermoord.