Herta Schönberger
Geboren:
Karlsruhe,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
10 jaar
Ulvenhoutschelaan 42, Breda
Nooit meer schommelen
Kleine Herta heeft de laatste dagen niet meer buiten gespeeld.
‘Papa, waar gaan we heen? Mag ik mijn speelgoed meenemen? En het nieuwe rokje met bloemen aandoen?
Nee, ik heb geen zin meer om te schommelen. Pappa en mama zijn zenuwachtig. Nadat die brief is gekomen. Ze vertellen me niets. Wat gaat er toch gebeuren? Moeten we weg? Het was hier net zo fijn, en ik mocht ook naar school. Eerst kon ik de kinderen niet verstaan en ben ik wat uitgelachen. Toen opeens was er nog maar een halve dag school. Met een speciale meester uit Tilburg. Nu is het schoolvakantie en ga ik over een paar dagen naar de vierde klas.
Mamma heeft mijn kleren gewassen en gestreken. Op mijn jas zit die rare gele ster. Ik mag alleen mijn allerliefste pop in het koffertje meenemen. En die anderen dan? De pop met de klederdracht hier laten? Door die pop moet ik steeds denken aan mijn oude huis in de stad, waar we eerst woonden. Dat huis met veel trappen en de mooie kamers voor bezoek. Soms droom ik daarover.
Toen zijn we ’s avonds heel laat stiekem met een auto naar een station gebracht. Daar maakte een akelige man alle koffers open en zette hij wel honderd stempels op een stapel papier. We mogen daar niet zitten en het wachten duurde zo lang. Ik was zo moe.
Die nacht in de trein was spannend. Papa liep de hele tijd op en neer en kon niet slapen. Mama moest huilen. Ze zei dat ze niet meer naar opa en oma kon. Die zijn al oud en niemand die voor ze zorgt. Mama heeft een foto van vroeger in haar tas gedaan. Met opa en oma en zijzelf toen nog klein was.
Misschien zien we tante Hildegard en oom Pinas ergens. Rare naam hoor, Pinas. En mijn lieve nichtje Jenny van vier. Och, dat vind ik toch zo’n schatje. Ik zal haar met mijn pop laten spelen.’