Emile Hendrik de Hartog
Geboren:
Den Bosch,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
65 jaar
Beroep: Koopman & exporteur
Weesperzijde 10, Amsterdam
Emile de Hartog moet een bijzondere man geweest zijn. Dat weten we omdat hij een van de beste vrienden van Frits Grönloh was, de schrijver Nescio.
De vriendschap begint in 1906. De Hartog komt dan uit Manchester naar Amsterdam, om te gaan werken bij de handelsfirma waar Nescio ook werkte. Beiden hadden op de Openbare Handelsschool gezeten, maar De Hartog was vijf jaar ouder. Meer dan dertig jaar zullen ze samen wandel- en fietstochten maken, vaak van meerdere dagen. De Hartog was ook een huisvriend van de Grönlohs. Frits' dochter Miep herinnerde hem zich later als een imponerende oom, die altijd bijzonder gekleed ging. In 1944 schrijft ze: 'Alweer 3 november en nog altijd oorlog. Gisteren was oom Hartog jarig.'
Wij weten nu dat Emile de Hartog toen al anderhalf jaar dood was. Nescio noemde zijn vriend trouwens Hartoggi, nooit Emile. Nescio was boomlang, De Hartog volgens zijn militierapport 1.75 m. Hoe zou De Hartog hem genoemd hebben? Nescio's weduwe bleek later in het bezit van het enige portret dat we van De Hartog hebben, een geknipt silhouetje, dat hij aan haar had gegeven. Tijdens een fietstocht langs de IJssel hadden de vrienden hun portret laten maken. Kort na die tocht schreef Nescio in zeer korte tijd zijn verhaal Dichtertje. Het lijkt erop dat de vriendschap met De Hartog hem inspireerde. Het is dan ook mogelijk dat de verhalen uit de kunstenaarswereld deels van De Hartog afkomstig waren: hij woonde jarenlang tussen de schilders en deelde met de schilder Leo van Gestel een zolder in de Pijp.
In 1912 neemt hij ontslag en vertrekt voor een lange reis naar Afrika. 'Ondanks alles ben ik toch wel blij dat ik tusschen het zootje uit ben', schrijft hij aan Nescio, die dan zijn eerste versie schrijft van Titaantjes, op briefpaper van De Hartog. Na terugkomst vestigt De Hartog zich als zelfstandig ondernemer, handelsagent in textiel, aan de Herengracht. Hij is actief lid van de SDAP en van de Vakbond. Na de dood van zijn vader gaat hij met zijn moeder en zijn twee oudere zusters aan de Weesperzijde wonen. Hij is nooit getrouwd. Ook in de oorlog maken de vrienden nog fietstochten, totdat dat onmogelijk wordt. Nescio schrijft: 'Ik kom nog geregeld bij De Hartog. 't Is er net een sterfhuis. Je ziet 'm zitten en 't is net of ie er al niet meer is'. Op 25 maart 1943 meldt hij dat z'n vriend naar Westerbork is gebracht. Een week later zal Emile de Hartog in Sobibor worden vermoord.
Na de oorlog schrijft Nescio: 'In de schemer sta ik vrijwel iedere avond op de Hoogesluis en kijk naar de onafgebroken optocht van lichten. Ik kijk ook naar het stukje Weesperzijde waar De Hartog heeft gewoond.' Als je nu op de Hogesluis gaat staan, kan je het huis niet meer zien, maar het staat er nog steeds: Weesperzijde 10, daar woonden in het bovenhuis Emile de Hartog met zijn moeder en zusters.
Gelukkig heeft Nescio zijn vriend vereeuwigd in zijn verhaal 'Het begin'. Daarin zitten twee vrienden tegenover elkaar in de trein op weg naar een duinwandeling. De verteller kijkt naar zijn vriend Sam en beschrijft hem vol aandacht en liefde. Dochter Miep herkende direct oom Hartog. Het blijft natuurlijk een werk van fictie, maar het is het zeer verleidelijk om hem in dit portret te zien: zijn ambities, verlangens, wanhoop en humor komen prachtig tot uiting. 'Jaja, ik was nog niet zoo'n beroerde kerel, die zoo'n vriend had.'
Emile de Hartog moet een bijzondere man geweest zijn.
Bron:
Lieneke Frerichs - Nescio, leven en werk van J.H.F. Grönloh